Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Tanzania

betekenis & definitie

officiële naam United Republic of Tanzania

oppervlakte 945 087 km2

inwoners 17 982 000

hoofdstad Dar-es-Salaam

staatsvorm verenigde republiek

staatshoofd Julius Kambarage Nyerere

reg. leider Cleopa Msuya

officiële taal Swahili; Engels

religies moslems, rooms-katholieken, etnische godsdiensten,

protestanten

munteenheid Tanzaniaanse shilling

BNP/hoofd US$ 260

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECA, Brits

Gemenebest, OAU, GATT, IMF, Wereldbank

Landschap en klimaat

Tanzania ligt in Oost-Afrika en grenst van het noorden uit resp. aan Uganda, Kenya, Indische Oceaan, Mozambique,

Malawi, Zambia, Burundi, Rwanda; tot Tanzania behoren verder de eilanden Pemba, Zanzibar en Mafia.

Het landschap wordt bepaald door de Oostafrikaanse slenk, de plateaus en de kuststrook. De Oostafrikaanse slenk is een breuk in de aardkorst van het Jordaandal in Israël tot Natal in Zuidafrika. In Tanzania heeft de slenk twee armen; in de westelijke bevinden zich het Victoria Meer en het Tanganjika Meer, de oostelijke arm strekt zich uit van de Kilimanjaro (hoogste punt van Afrika: 5895 m) en het Zuidoostelijk Plateau. Tussen de slenkarmen ligt het Centraal Plateau, een monotoon landschap met gemiddelde hoogte van 1200 m. De kustvlakte, het gebied tot 200 m hoogte, is vrij smal, behalve ten zuiden van Dar-es-Salaam, waar de rivieren grote vlakten hebben gevormd. Belangrijke rivieren zijn de Kagera, Malagarasi, Pangani, Ruvu, Rufij en Ruvuma. De meeste zijn onbevaarbaar, maar hebben een belangrijk (nog onbenut) hydro-elektrisch potentieel.

Tanzania heeft diverse klimaattypen, veroorzaakt door de hoogteverschillen, de uitgestrektheid en de grote watervlakten van de meren. De klimaten variëren van equatoriaal regenklimaat tot halfwoestijn, steppe- en savanneklimaten en een alpiene klimaat met eeuwige sneeuw (Kilimanjaro). Er is een droge periode van mei/juni tot oktober/november.

Het land heeft een rijke flora en fauna, het laatste vooral dank zij de vele nationale parken en wildreservaten, waar sinds 1973 niet meer gejaagd mag worden.

Sociale gegevens

De bevolking is rijk geschakeerd en omvat voor het grootste deel negervolken met zeer uiteenlopende levenswijzen en talen. De numeriek sterkste Bantoetalige volken zijn de Sukuma, verder de Makonde en de Chagga; tot de Nilotischtalige groepen behoren de Masai, de Barabaig en de Luo; tot de Kisjoetischtaligen de Iraqw en de Burungi. Verder zijn er minderheden als Indiërs, Pakistanen. Arabieren en Europeanen. De spreiding van de inwoners over het land is zeer ongelijkmatig: belangrijkste concentraties komen voor aan de grenzen (vooral het noorden en oosten), terwijl slechts 5,1 % in steden woont. Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan 66% lezen en schrijven; opvallend is dat het onderwijs een eigen weg is ingeslagen en niet-westers georiënteerd is. Zo moet elke school haar eigen akker hebben: zowel om de kinderen landbouw te leren als om voedsel voor de schoolmaaltijden te verbouwen en zo de kosten te drukken. In Dar-es-Salaam is een universiteit. Op het gebied van de gezondheidszorg moet rekening worden gehouden met het tekort aan artsen en ziekenhuizen. Om dit tekort te compenseren worden 'medical assistants' opgeleid, die in het binnenland de arts vervangen in min of meer onschuldige ziektegevallen.

Economische gegevens

Tanzania is een weinig ontwikkeld land, dat zeer afhankelijk is van de financiële hulp uit het buitenland. 84% van de bevolking is werkzaam in de landbouw, waarvan de

produktie voor bijna de helft uit voedselgewassen bestaat. Handelsgewassen vormen ruim de andere helft: koffie, katoen, sisal, kruidnagelen.

De visserij voltrekt zich voor het grootste deel op het Victoria Meer en is nog onderontwikkeld. De industrie omvat vnl. verwerking van landbouwprodukten en hout; verder is het toerisme als deviezenbron van belang. Typisch voorTanzania is de zg. Ujamaa-politiek: hierin probeert men via een mengeling van dwang en overreding o.a. werkloze stedelingen naar het platteland over te hevelen om daar tot collectieve produktie te komen. Hoewel de resultaten van deze Ujamaa-politiek met name in de agrarische sector minderwaren dan men verwachtte, werden oktober 1981 maatregelen afgekondigd die ertoe moesten leiden dat ook in de handel de particuliere bedrijven plaatsmaken voor coöperatieve handelsen winkelcentra. Alleen in de industrie is voorlopig nog plaats voor particuliere investeerders uit binnen- en buitenland. Hoewel er winbare bodemschatten zijn, is de mijnbouw nog van geringe betekenis. Het wegennet is 16.000 km, het spoorwegnet 2600 km lang.

Geschiedenis

In de Olduwaikloof werd voor WO II een der oudste voorlopers van de mens, de Zinjanthropus (1,7-2 miljoen jaar v.C.), aangetroffen. De eerste landbouwers kwamen 30002000 v.C. vanuit het noorden het binnenland in op zoek naar landbouwgronden, ca. 1000 v.C. werd de kust aangedaan door via Madagaskar uit Zuidoost-Azië afkomstige groepen. De laatsten introduceerden nieuwe gewassen als bananen, rijst, suiker, yam. Rond het begin van de jaartelling ontstond handel met het Arabisch Schiereiland en India, vanaf de 9e eeuw vestigden Arabieren handelsnederzettingen langs de kust. In de 16e en 17e eeuw was er zowel handel als strijd tussen Arabieren en Portugezen (die vanuit Amerika ook weer nieuwe gewassen meebrachten). Na 1840, toen de sultan van Oman zich op het voor de kust gelegen Zanzibar vestigde, nam de Arabische invloed toe en kregen de Europese landen belangen bij de slavenhandel. Onderdrukking van de slavenhandel en strijd om het bezit van het land tussen de verschillende Europese staten leidden in 1981 tot de stichting van de Duitse kolonie Tanganyika, na een korte periode van bestuur door de Duitse Oost-Afrika Compagnie. Zanzibar werd een Brits protectoraat. Na een bloedig onderdrukte opstand in 1907 en WO I gaf Duitsland in 1919 alle aanspraken op en werd Tanganyika een Brits mandaatgebied. Na WO I kwam de emancipatie van de Afrikanen op gang: in 1928 werd de Tanganyika African Association (TAA) gesticht, een bond van ambtenaren, die streefde naar politieke invloed van Afrikaanse ambtenaren in het bestuur.

Na WO II werd het trustgebied van de VN en 9 december 1961 verkreeg het de onafhankelijkheid. Tot december 1962 was het een constitutionele monarchie, sindsdien een republiek met Julius Kambarage Nyerere (geb. 1922) als President. Zanzibar werd 10 december 1963 onafhankelijk.

12 januari daaropvolgend werd de sultan verdreven en nam de Afrikaanse meerderheid de posities van de Arabieren over. Na in april 1964 een politieke unie met Tanganyika te hebben aangegaan, werd oktober 1964 de naam veranderd in Verenigde RepubliekTanzania. Intussen was Julius K. Nyerere in 1953 voorzitter geworden van de Tanganyika African Association. Onder zijn leiding werd deze van oorsprong ambtenarenbond omgebouwd tot een volksbeweging, waarvan de naam sinds 1954Tanganyika African National Union (TANU) luidde. Op Zanzibar was in de zg. Afro-Shirazi Party (ASP) gesticht. Beide politieke partijen werden in 1977 verenigd tot de Chama Cha Mapinduzi (CCM; Partij van de Revolutie). Grondwettelijk werd vastgelegd dat de partij voortaan het nationale beleid bepaalt en de regering dit beleid uitvoert.

Tanzania is als een van de frontlijnstaten nauw betrokken bij de strijd tegen het regime in Zuidafrika. In 1982 werd de samenwerking met Mozambique op het gebied van veiligheid uitgebreid.