Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Roemenië

betekenis & definitie

officiële naam Republics Socialista Romênia

oppervlakte 237 500 km2

inwoners 22 268 000

hoofdstad Bucuresti (Boekarest)

staatsvorm Socialistische republiek

staatshoofd Nicolae Ceausescu

reg. leider Constantin Dascalescu

officiële taal Roemeens

Religies Orthodoxe Kerken, onkerkelijken, atheïsten, protestanten

munteenheid leu

BNP/hoofd US$ 2 340

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, Warschaupact, COMECON, GATT, IMF, Wereldbank

Landschap en klimaat

Roemenië ligt in het zuidoosten van Europa en grenst van het noorden uit resp. aan de Sovjetunie, Zwarte Zee, Bulgarije, Joegoslavië, Hongarije. Karakteristiek voor het

landschap is de grote boog die de Karpaten vormen. Opvallend is dat vele bergmassieven door rivierdalen van elkaar losgemaakt zijn. Hoogste punt is de Moldoveanul (2543 m) in de Zuidelijk Karpaten of wel Transsylvanische Alpen. De Karpaten worden aan oost- en zuidzijde omzoomd door het heuvelland van de Subkarpaten, gevolgd door het Moldavisch Plateau, de Dobroedsja en het Getisch Plateau. Aan de binnenzijde van de Karpaten bevindt zich de hoogvlakte van Transsylvanië. De vlakten worden gevormd door de gebieden langs de grote rivieren, met als belangrijkste de Roemeense laagvlakte benoorden de Donau.

Het Roemeense gematigde landklimaat heeft strenge winters en warme zomers, 's Zomers waait in het westelijk deel vaak een hete zuidenwind: de austru, 's winters vaak in het oosten een oostenwind : de crivat. Gemiddelde jaartemperatuur loopt van noord naar zuid op van 7 tot 11°C. De neerslag varieert sterk, is aan zee gering en bedraagt in de Karpaten ca. 1400 mm.

Nagenoeg alle Roemeense waterlopen komen uiteindelijk in de Donau uit. Deels gebeurt dit via de Tisa: het water dat aan de binnenkant van de Karpaten ontspringt. Andere rivieren zijn o.a. Jiu, Arges, Prahova, lalomita, Olt, Siret, Proet. Roemenië is voor ruim een kwart bedekt met bossen.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat voor 88% uit Roemenen, daarnaast zijn er minderheden als Hongaren (8%), volksduitsers (2%) en kleinere groepen als zigeuners, joden, Oekraïeners, Bulgaren, Armenen, Tsjechen. Dunbevolkt zijn de hoogste delen van de Karpaten en Dobroedsja, de rest van het land is gelijkmatig bevolkt met dichtbevolkte gebieden rond Boekarest, Cluj, lasi en Galati. Het percentage van de stedelijke op de totale bevolking bedraagt 41,9. Roemenië heeft een tienjarige leerplicht (6-16 jaar), bestaande uit acht jaar basisonderwijs en twee jaar voortgezet onderwijs. Er zijn zeven universiteiten, waarvan die in lasi de oudste is (gesticht in 1860). Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan slechts 2% lezen noch schrijven. Lieten de medische voorzieningen tot WO II nogal te wensen over, na de oorlog is vooral de situatie op het platteland aanzienlijk verbeterd. Emigratie wordt, evenals in andere socialistische landen, sterk belemmerd en aanvragen daartoe worden soms bestraft, bijv. met degradatie op het werk, enz.

Economische gegevens

Roemenië heeft na Albanië de laagste levensstandaard van de Oostbloklanden. De geforceerde industrialisatie van na 1948 heeft het economisch en sociaal evenwicht sterk verstoord. Begin jaren 80 heerste er een chronisch voedseltekort en had het land een hoge buitenlandse schuld. Hoewel de landbouw nog maar voor een zesde bijdraagt aan het nationaal inkomen, is nog ruim 40% van de beroepsbevolking erin werkzaam. Sedert 1948 is de industrie geheel in staatshanden en wordt geleid via centrale meerjarenplannen. De groei van de industriële sector is ontzagwekkend: het gemiddelde industriële groeipercentage bedraagt 12, waarbij bedacht moet worden dat het aandeel van de lichte en de consumptie-industrie gering is t.o.v. de zware industrie. Het land is rijk aan bodemschatten: aardolie (winning al sinds vorige eeuw), steenkool, ijzererts, lood, bauxiet, koper, zink. Een belangrijke bron van inkomsten (deviezen) vormt het door de overheid sterk gestimuleerde internationale toerisme naar o.a. de Karpaten en de Zwarte Zee. Het wegennet is 73.000 km, het spoorwegnet is 11.100 km lang.

Geschiedenis

Roemenië is genoemd naar de Romeinen, die er verbleven van 106 tot 271 n.C. Sindsdien werden de Roemeense vlakten doorkruist door resp. Goten, Slaven, Hongaren, Koemanen, Mongolen. Pas in de 13e eeuw vond een begin van staatsvorming plaats, waaruit in de 14e eeuw de vorstendommen Walachije en Moldavië ontstonden. In de 15e eeuw werden de rijkjes onderworpen aan de Turken, hetgeen tot 1877 duurde. Dat jaar werd tijdens de Russisch-Turkse oorlog de onafhankelijkheid uitgeroepen, erkend op het congres van Berlijn (1878). In 1881 werd Roemenië een koninkrijk onder Carol I (18391914) van Hohenzollern-Sigmaringen; de steun die het gaf aan de geallieerden tijdens WO I leverde in 1918 grote gebiedsuitbreiding op. Het Interbellum begon met een poging tot democratie, waarvan de verworvenheden echter weer verloren gingen door de economische crisis van de jaren 30 en de opkomst van de fascistisch getinte Ijzeren Garde. Onder maarschalk Ion Antonescu koos Roemenië tijdens WO II de zijde van Duitsland, waaraan door de bezetting door de SU in 1944 een eind kwam. De sleutelpositie van de Communistische Partij werd met Russische hulp uitgebreid, waarna 30-12-1947 de Volksrepubliek werd uitgeroepen.

Na een streng stalinistische koers (met o.a. de beruchte zuiveringsprocessen van begin jaren 50) werd het bewind halverwege de jaren 60 liberaler. Dit is sindsdien niet alleen van toepassing op de binnenlandse, maar ook op de buitenlandse politiek: binnen het Oostblok en t.o.v. Moskou tracht Roemenië een zo onafhankelijke mogelijke positie te bekleden. Staatshoofd is president Nicolae Ceausescu (sinds 1965), tevens secretaris-generaal van de Communistische Partij. In mei 1982 vond een grootscheepse zuivering plaats in de top van de PCR en in de regering.

Roemenië is administratief ingedeeld in 40 'judeti' (provincies).