Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Pakistan

betekenis & definitie

officiële naam Islami jumhuriyya-yi Pakistan

oppervlakte 803 943 km2

inwoners 82 441000

hoofdstad Islamabad

staatsvorm islamitische republiek

staatshoofd Mohammed Zia ul-Haq

reg. Leider idem

officiële taal Urdu, Engels

religies moslems

munteenheid Pakistaanse rupee

BNP/hoofd US$ 300

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ESCAP, GATT, IMF,

Wereldbank, Colombo Plan

Landschap en klimaat

Pakistan ligt in Zuid-Azië en grenst van het noorden uit resp. aan Afganistan, China, India, de Arabische Zee en Iran. Het noorden van Pakistan bestaat uit de Karakoram met een gemiddelde hoogte van 6800 m; hoogste punt is de zg. K 2 (Godwin Austen) met 8611 m. Aan de voet van de bergketen ligt een bergplateau, dat in vier delen uiteenvalt: de Trans-lndusvlakten, het Potwar Plateau, het Zoutgebergte en hetSialkotdistrict. Het meest vruchtbare deel van Pakistan is de Indusvlakte, die zich ten zuiden van het Potwar Plateau uitstrekt. Het noordelijk deel van de lndusvlakte ligt in Punjab en wordt door de Indus en vijf zijrivieren (Jhelum, Chenab, Ravi, Beas, Sutlej) ingesloten. Van de Indusvlakte afgescheiden door het Solimangebergteen Kirthargebergte strekt het Baluchistan Plateau zich in westelijke richting uit. Het klimaat is droog en over het algemeen heet met een gemiddelde temperatuur van 26°C, behalve in de berggebieden, waar het vooral 's winters erg koud is. In het zuiden wordt het 's winters gewoonlijk nooit kouder dan 5°C, terwijl de temperatuur 's zomers kan oplopen tot boven 50°C. Gemiddelde jaarlijkse neerslag is bijzonder gering en varieert van minder dan 250 mm in het zuiden tot ca. 700 mm in de Noordwestprovincie.

Sociale gegevens

Pakistan heeft een rijkgeschakeerde bevolking: zo zijn er de Punjabi's, de Sindhi's, Baluchi's, Pathanen, Kashmiri's en Bihari's. Al deze volken hebben een eigen taal, cultuur, enz. en vrezen ieder door de ander te worden overheerst, hetgeen zich uit in politieke en sociale onrust, wat de regeerbaarheid van het land niet ten goede komt. De bevolking is onregelmatig over het land verspreid: meer dan de helft woont in de Punjab, terwijl grote delen niet of nauwelijks bewoond worden.

Het percentage van de stedelijke op de totale bevolking bedraagt ongeveer 27.

Het onderwijs wordt zeer bemoeilijkt door de talrijke verschillende talen en dialecten, waarvan sommige geen geschreven literaire traditie hebben. Hoewel Urdu en Engels beide als officiële taal gelden, zijn er grote bevolkingsgroepen die geen van beide talen beheersen. Ondanks de stimulerende maatregelen voor het onderwijs kan slechts 21% van de bevolking van 15 jaar en ouder lezen en schrijven.

Economische gegevens

Pakistan is een vnl. agrarisch land, dat niet rijk is aan grondstoffen en weinig industrie heeft. Ruim 30% van het bruto nationaal produkt komt uit de landbouw, waardoor de uitvoer dan ook vnl. bestaat uit ruwe jute en katoen, rijst, jute- en katoenprodukten, leer en leerprodukten en chroomerts. In de omgeving van Attock wordt aardolie gewonnen, aardgas komt voor in o.a. Baluchistan. Met de afscheiding van Bangladesh in 1971 kreeg de juteverwerkende industrie een zware slag, die het land nauwelijks te boven is gekomen. Sterk gestimuleerd van overheidswege zijn de machine- en werktuigindustrie en de sectoren ijzer en staal. Verder zijn in de jaren zeventig suikerraffinaderijen, cementindustrie en kunstmestproduktie een grotere rol gaan spelen. Een belangrijke bron van inkomsten vormen bovendien de grote bedragen (totaal ca. f 900 miljoen) die de in het buitenland werkzame Pakistanen jaarlijks overmaken.

Het wegennet heeft een lengte van 87.000 km, het spoorwegnet is ruim 12.000 km lang.

Geschiedenis

Pakistan (lett. geheiligd land of land van de reinen) ontleent zijn bestaansrecht aan het feit dat de moslems een onderdrukte minderheid in Brits-lndië vormden. Voorwaarde voor de zelfstandigheid van India na WO II was dat de moslems een eigen staat zouden krijgen: zowel India als Pakistan werd 15-81947 zelfstandig. Begin jaren 50 reeds raakte het land in een politieke en economische crisis, aanleiding in 1958 tot een staatsgreep o.l.v. generaal Ajub Chan. Het bleef echter onrustig, hetgeen te wijten was aan het optreden van Ajub Chan, de voortdurende spanningen en oorlogen met India en de discriminatie van West-Pakistan t.o.v. Oost-Pakistan (het vroegere OostBengalen). Na het aftreden van Ajub Chan in 1969 werd Jahja Chan president. De verkiezingen van 7-12-1970 leverden een grote overwinning op voor de Oostpakistaanse Awami Liga (o.l.v. Mujibur Rahman), die een coalitie met de Pakistaanse Volkspartij (van Zulfiqar Ali Bhutto) van de hand wees en na bloedige strijd de zelfstandigheid van Oost-Pakistan als Bangladesh wist te bereiken. De ogenschijnlijk verbeterde verhouding met aartsvijand India werd in 1974 opeens weer slechter, toen Pakistan in mei van dat jaar een kernproef nam. In 1977 vond opnieuw een staatsgreep plaats, waarbij president Bhutto werd afgezet door generaal Zia ulHaq. Sinds 1978 is Zia ul-Haq zowel staatshoofd als regeringsleider en voert een straf, pro-Amerikaans bewind.