Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Noorwegen

betekenis & definitie

officiële naam Kongeriket Norge

oppervlakte 324 219 km2

inwoners 4 086 000

hoofdstad Oslo

staatsvorm monarchie

staatshoofd Olav V

reg. leider Kaare Willoch

officiële taal Noors

religies protestanten

munteenheid Noorse kroon

BNP/hoofd US$ 12650

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, NAVO, Raad van Europa, GATT, OESO, IMF, Wereldbank, EVA

Landschap en

Klimaat

Noorwegen ligt in het noordwesten van Europa en grenst in het noorden aan de Noordelijke IJszee, in het noordoosten aan Finland en de Sovjetunie, in het oosten aan Zweden, in het zuiden aan de Noordzee en in het westen aan de Atlantische Oceaan. Onderscheiden gebieden:

1. Ostlandet (Oost-Noorwegen) ten oosten van het centrale bergland, bosrijk, met een goed ontwikkelde land-

bouw en betrekkelijk dichtbevolkt.

2. Vestlandet (West-Noorwegen) ten westen van het centrale bergland, met een smalle kustvlakte en talrijke fjorden.
3. Trondelag.ten noorden van Vestlandet, is het centrale deel van Noorwegen met rond de Trondheim Fjord een vlak en vruchtbaar landschap, het noorden is bosrijk.
4. Noord-Noorwegen, het deel ten noorden van de Noordpoolcirkel (66°33' NB), het land van de middernachtzon. Hoogste punt van het land is de 2470 m hoge Glittertind.

Grote loofwouden ontbreken in Noorwegen, daarentegen zijn er wel naaldwouden. De boomgrens ligt in het zuiden tussen 800 en 1000 m, in het noorden tussen 300 en 450 m. De westkust heeft een rotsachtige ondergrond, waardoor grote bossen ontbreken. De hoogvlakten zijn op vele plaatsen vochtig en hebben een moerasvegetatie. Boven de boomgrens vormt rendiermos een belangrijk deel van de bodembedekking. De warme Golfstroom is er oorzaak van dat de westkust wintertemperaturen heeft die men op deze breedte niet zou verwachten. Oost-Noorwegen daarentegen heeft een meer continentaal klimaat met strenge winters en soms hete zomers.

Sociale gegevens

Het overgrote deel van de bevolking bestaat uit Noren, verder zijn er Finnen en in het uiterste noorden Lappen. Grootste bevolkingsconcentraties komen voor in het zuiden, zowel aan de oostkust (Oslo) als aan de westkust

(Bergen) en ten noorden daarvan in en rond Trondheim. Percentage van de stedelijke op de totale bevolking is 44,5. Over het geheel genomen is het sociale klimaat gunstig, waardoor bijv. armoede niet voorkomt en een progressief belastingstelsel ervoor zorgt dat de inkomensverschillen niet te groot worden. Verder vallen alle inwoners onder de ouderdomsvoorzieningen en is er sedert 1911 een algemene verplichte volksverzekering tegen ziektekosten.

De leerplicht is sedert 1959 vastgesteld op 9 jaar, daarvoor bedroeg deze 7 jaar. Analfabetisme komt vrijwel niet meer voor. Er zijn 4 universiteiten, daarnaast zijn er 6 gespecialiseerde instellingen voor hoger onderwijs.

Economische gegevens

Noorwegen behoort tot de rijkste landen ter wereld, vooral sinds de gigantische olie- en gasvondsten in het Noorse deel van de Noordzee. De winning hiervan stelt die van andere delfstoffen als ijzererts en aluminium in de schaduw. De traditioneel zeer belangrijke scheepsbouw is echter getroffen door de economische recessie en kampt met een overcapaciteit. Ook de visserij loopt terug (overbevissing van de Noordzee). Dank zij de mechanisatie in de landbouw is opbrengst van o.a. tarwe, gerst, haver, aardappelen en groenten naar verhouding groot. Het Noorse bosareaal is ca. 80.000 km2; is de export van hout niet groot, van des te meer belang zijn de produkten van de houtverwerkende industrieën.

Het toerisme is constant dank zij de prachtige natuur met vele meren, bossen, bergen en visrijke fjorden.

Het wegennet heeft een lengte van 81.700 km, het spoorwegnet van 4250 km.

Geschiedenis

Blijkens voorwerpen en rotstekeningen werd de huidige provincie Finnmarkca. 12.000 v.C. bewoond. In het begin van de jaartelling werden de eerste contacten gelegd met andere Westeuropese volken. Ca. 800 n.C. ontstonden de eerste koninkrijkjes, die elkaar voortdurend bevochten. Omstreeks dezelfde tijd begonnen de beruchte Vikingtochten, die pas twee eeuwen nadien eindigden. Tijdens een van deze tochten was een groep onder Erik de Rode in 981 via IJsland en Groenland aan de oostkust van Noord-Amerika aangekomen. Het christendom won meer en meer terrein en werd onder Olaf de Heilige (995-1030) zelfs staatsgodsdienst. Ruim een eeuw was het rustig, daarna brak een periode van burgertwisten aan, waaraan Hakon IV (1204-1263) een eind maakte: de Gouden Eeuw van de Noorse cultuur. Na het overlijden van Hakon VI in 1380 werden Noorwegen, Zweden en Denemarken onder de Deense prinses Margarethe I verenigd door de unie van Kalmar(1397).

De volgende periode werd Noorwegen als een onbetekenende provincie beschouwd. Na de nederlaag van Napoleon in 1814 moest Denemarken (aan Napoleons zijde) Noorwegen afstaan aan Zweden. De Noren verzetten zich fel en verklaarden zich 17-51814 onafhankelijk. Desondanks wist Zweden Noorwegen aan zich te binden, hetgeen duurde tot 1905, toen na twee volksstemmingen het land onder koning Hakon VII weer een zelfstandig koninkrijk werd. Tijdens WO I was Noorwegen neutraal, tijdens WO II werd het bezet en geregeerd door Terboven en Quisling. In 1945 werd de socialistische partij de grootste partij in het 150 tellende zetels parlement en zou tot 1965 onafgebroken regeringspartij blijven.

Later keerden de socialisten terug in de regering, maar sinds oktober 1981 zitten ze weer in de oppositiebank.

Afhankelijke gebieden

Bouvet - Onderhorigheid in het Zuidpoolgebied; oppervlakte: 58 km2; onbewoond. Bouvet werd in 1927 door Noorwegen bezeten in 1930 bij wet tot onderhorigheid verklaard.

Dronning Maud Land - Overzees gebied in het Zuidpoolgebied tussen 20° WL en 45° OL. Sinds 1939 onder Noorse soevereiniteit.

Jan Mayen - Overzees gebied in de Noordelijke IJszee; oppervlakte: 373 km2; niet permanent bewoond. Werd in 1929 officieel door Noorwegen ingelijfd. Radio- en weerstation.

Peterl-eiland - Afhankelijk gebied in het Zuidpoolgebied; oppervlakte: ca. 200 km2; onbewoond. Sinds 1931 onder Noorse soevereiniteit. Spitsbergen - Afhankelijk gebied in de Noordelijke IJszee; oppervlakte: 62.422 km2; inwoneraantal: 3900; hoofdstad: Longyearbyen. In 1925 officieel bij Noorwegen ingelijfd. De bevolking bestaat uit Noren en Russen. Voornaamste middel van bestaan is de steenkoolwinning.