Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Noordkorea

betekenis & definitie

officiële naam Choson minjujuui inmin konghwaguk

oppervlakte 120 538 km2

inwoners 17 914 000

hoofdstad P'yongyang

staatsvorm democratische volksrepubliek

staatshoofd Kim II Sung

reg. leider Li Jong Ok

officiële taal Koreaans

religies onkerkelijken, atheïsten, sjamanisten

munteenheid Noordkoreaanse won

BNP/hoofd US$ ...

lid van UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO

Landschap en klimaat

Noordkorea ligt in Oost-Azië tussen de Gele Zee en Japanse Zee en grenst in het noorden aan China en de Sovjetunie, in het zuiden aan Zuidkorea. Van het noordoosten naar het zuidwesten strekken zich het Nangnimgebergte en het Hamgyonggebergte uit. Dit uitgestrekte berggebied, dat een woest en ondoordringbaar karakter heeft, schermt het eigenlijke schiereiland af van het hoog-

land van Mantsjoerije. De hoogste top, de Paektu-san (2744 m), ligt aan de grens met China. Hier ontspringt de Yalu, met 800 km de langste rivier van het land. De Yalu buigt naar het westen af en mondt uit in de Baai van Korea. De Turnen ontspringt eveneens op de Paektu-san, maar stroomt naar de Japanse Zee.

Het klimaat (meer continentaal dan maritiem) wordt gekarakteriseerd door grote temperatuurverschillen tussen zomer en winter. In de winter, wanneer een hogedrukgebied boven Siberië en Mongolië ligt, komt de wind vnl. uit het noorden en noordwesten (de noordwestmoesson). Het is dan koud, met januaritemperaturen van -15°C tot -20°C in het noordelijk binnenland. Gemiddeld valt er ruim vier maanden sneeuw. In het noordoosten worden inde zomer temperaturen bereikt van ca. 20°C. Door roofbouw en erosie is het vroegere bosbestand aanzienlijk verminderd; in de hogere gebieden bevinden zich nog naaldwouden met sparren en lariksen.

Sociale gegevens

De in etnisch en cultureel opzicht homogene bevolking van Noordkorea spreekt de Koreaanse taal, die tot de Oeral-Altaïsche taalgroep behoort. Het Koreaanse schrift, bekend als Choson Muntcha, wordt sinds 1945 als enig schrijfsysteem gebruikt, in plaats van de tot dan gehanteerde Chinese karakters. Volgens de Grondwet van 1972 bestaat vrijheid van godsdienst, maar deze is in de praktijk strikt beperkt tot de privé-sfeer. Boeddhisme en confucianisme hebben aanhangers, veel christenen zijn naar het zuiden gevlucht.

De overheid beheerst alle aspecten van het maatschappelijk leven: zo worden de leerlingen van de lagere scholen al geïnstrueerd in de marxistisch-leninistische leer (vooral toegespitst op leven en werken van de 'vader des vaderlands' Kim II Sung), wordt via in openbare gelegenheden opgehangen luidsprekers commentaar gegeven op actuele gebeurtenissen, wordt vrouwen aangeraden niette huwen voor hun 26e, mannen niet voor hun 30e jaar, en worden om de nationale saamhorigheid te versterken voortdurend massabijeenkomsten, -vergaderingen én -parades georganiseerd. Door dit benadrukken van de collectivistische geest zijn individuele initiatieven in welk opzicht ook uitgesloten en ontwikkelingen zoals bijv. in Polen om enigszins onder het van staatswege opgelegde juk uit te komen volstrekt onmogelijk.

Op het gebied van de volksgezondheid zijn redelijke resultaten behaald; medische behandeling is gratis en de medische voorzieningen zijn goed verspreid.

Het onderwijs is voor iedereen van 4 tot 15 jaar verplicht, kosteloos en van staatswege geregeld. Behalve met (voor een groot deel technische) schoolvakken worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met het marxisme-leninisme. Men hecht verder veel waarde aan de koppeling van theoretische en praktische studie. Onderwijs voor volwassenen en propaganda via radio en pers zijn van belang bij de socialistische opvoeding van de bevolking. Nog slechts 10% van de bevolking is analfabeet.

Economische gegevens

Noordkorea is een socialistisch land: de produktiemiddelen zijn gemeenschappelijk bezit en de staat bepaalt in laatste instantie wat, hoeveel en hoe geproduceerd wordt. Zowel de individuele inkomens als de prijzen van levensmiddelen en andere levensbehoeften zijn over het hele land gelijk en nauwelijks aan veranderingen onderhevig.

Het land streeft ernaar zoveel mogelijk zelfstandig de economie te ontwikkelen en slaagt hierin zowel agrarisch als industrieel redelijk. De socialisering van de landbouw, die in 1953 begonnen werd, was in 1958 in grote lijnen voltooid. Behalve een groot aantal landbouwcoöperaties, waarin het merendeel van de boeren georganiseerd is, is er een klein aantal staatsboerderijen, dat min of meer als modelboerderij fungeert. De landbouw is succesvol gemechaniseerd, hoewel de produktie nog enigszins achterblijft. De belangrijkste industrieën zijn de ijzer- en staalfabrieken, de machine- en textielindustrie. Knelpunten voor de industrie zijn de gebrekkige infrastructuur en de olietekorten. Om de energiebehoefte van de industrie te dekken wordt de aardolie uit de Volksrepubliek China aangevoerd; om echter toch een zekere onafhankelijkheid te waarborgen zijn tal van elektriciteitscentrales weer overgeschakeld op kolen. Invoer: hoogwaardige technische produkten, aardolie en chemische produkten.

Export: steenkool, cement, visprodukten, lichte industrieprodukten. Noordkorea bezit het grootste deel van de op het hele schiereiland voorkomende mineralen, met als belangrijkste ijzererts, antraciet en bruinkool. Langs de Yalu en enkele zijrivieren is een aantal waterkrachtcentrales geplaatst. Het wegennet is ca. 6000 km, het spoorwegnet ca. 4500 km.

Geschiedenis

Waarschijnlijk zijn de Koreanen afstammelingen van Tunguzische stammen, afkomstig uit Mantsjoerije. Reeds in de 2e eeuw v.C. was er in het noorden een staat, Choson genaamd, waarop China grote invloed had. In de volgende eeuwen vestigde de Chinese Han-dynastie vier kolonies in het noordwesten. Deze werden evenals de andere Koreaanse rijken in 668 door het koninkrijk Silla onderworpen. Toen dit rijk uiteenviel, werd het schiereiland in 936 onder het nieuwe rijk Koryo (waarvan de westerse naam Korea is afgeleid) verenigd. Midden 13e eeuw vielen de Mongolen het land binnen, maar een eeuw later (1368) was Koryo weer onafhankelijk. De economische gevolgen van de Mongoolse overheersing waren medeoorzaak van de val van de regerende dynastie ten gunste van een pro-Chinese dynastie. Eind 16e eeuw vielen Japanse troepen het land binnen en konden slechts met Chinese hulp verdreven worden. Nauwelijks 30 jaar later drongen de Mantsjoes Korea binnen en maakten het schatplichtig. Om de eigen identiteit te bewaren en buitenlandse invloeden te weren sloot Korea zich af van het buitenland, maar werd in de loop van de 19e eeuw gedwongen een aantal handelsverdragen te sluiten met grote mogendheden.

Na de overwinning in de Chinees-Japanse oorlog (1894-1895) werd het land in tal van opzichten gejapaniseerd, met de bedoeling de Japanse (oorlogs)economie te steunen. Na WO II kwam de noordelijke zone onder Sovjetrussisch beheer, de zuidelijke onder de VS. Toen men het over de voorwaarden tot hereniging niet eens kon worden, ontstonden in 1948 twee verschillende staten: de Democratische Volksrepubliek in het noorden (officieel 9-9-1948) en de Republiek Korea in het zuiden. De landen groeiden steeds verder uit elkaar en raakten in 1950 zelfs met elkaar in oorlog: de Koreaanse oorlog. Na beëindiging hiervan in 1953 bleef de tweedeling gehandhaafd. Hereniging van beide landen is politiek nauwelijks denkbaar. Noordkorea heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een erg gesloten, moeilijk toegankelijk land, waar de overheid alle aspecten van het leven beheerst. Er is een democratisch gekozen eenkamerparlement (de Opperste Volksvergadering), maar grote macht berust ook bij de eenheidspartij: de Koreaanse Arbeiderspartij (Choson Nodong Dang). Opvallend is de geweldige verering die 'de grote leider' maarschalk Kim II Sung ten deel valt. Noordkorea is waarnemer bij de Comecon (communistische tegenhanger van de EG) en lid van de niet-gebonden landen.