Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Nigeria

betekenis & definitie

Officiële naam Federal Republique of Nigeria

Oppervlakte 923 768 km2

Inwoners 77 082 000

Hoofdstad Lagos

Staatsvorm bondsrepubliek

Staatshoofd Alhaji Shehu Usman Shagari

reg. leider idem

officiële taal Engels

religies moslems, protestanten, rooms-katholieken

munteenheid naira

BNP/hoofd US$ 1 010

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECA, Brits

Gemenebest, OAU, GATT, IMF, Wereldbank, ECOWAS

Landschap en klimaat

Nigeria ligt in West-Afrika en grenst van het noorden uit resp. aan Niger, Kameroen, de Golf van Guinee en Benin. Het grootste deel van het noorden en midden wordt ingenomen door uitgestrekte, zacht glooiende vlakten, nu en dan onderbroken door vrij geïsoleerd liggende bergen.

In het centrum van het land bevindt zich het Josplateau (ca. 2000 m), dat ver boven het omringend gebied uittorent en tal van overblijfselen van vulkanisme heeft, zoals kraters, soms met kratermeren. Hoogste punt van het land is de 2042 m hoge Dimlang. Naast de rivierdalen van Niger, Benue en Sokoto ligt het merendeel van Nigeria's lage gebied aan de kust. In het kustgebied liggen uitgestrekte mangrovemoerassen, die landinwaarts overgaan in ondoordringbare, tropische regenwouden. Naar het noorden toe wordt de vegetatie steeds dunner en gaat uiteindelijk over in vochtige savannen met verspreide boomgroei. In het uiterste noorden is door de geringe neerslag de vegetatie zo armelijk geworden dat men van steppe of zelfs (bij het Tsjaad Meer) van halfwoestijn kan spreken.

Noord- en Zuid-Nigeria kennen vrij grote temperatuur- en neerslagverschillen: het zuiden heeft hoge, gelijkmatige temperaturen en een zeer lang regenseizoen, het noorden heeft vrij grote temperatuurverschillen (17 tot 40°C) en een kort regenseizoen (mei tot oktober).

Sociale gegevens

Er kunnen meer dan 400 etnische groepen onderscheiden worden, waarvan de grootste volken, zoals de Hausa-Foelani, Joroeba, lbo, Kanoeri, Ibibio, Tiv, Nupe en Edo, tezamen driekwart van de totale bevolking uitmaken.

Grootste bevolkingsdichtheden komen voor in het zuiden en zuidwesten en het

noorden; de noordoostelijke en noordwestelijke hoogvlakten zijn over het algemeen dunbevolkt. Het percentage van de stedelijke op de totale bevolking is ca. 25.

De volksgezondheid is door o.a. ontoereikende voeding, slechte sanitaire omstandigheden, enz. nog niet optimaal. Ondanks een chronisch tekort aan artsen en verplegend personeel is de kindersterfte echter afgenomen en de gemiddelde levensverwachting toegenomen.

Ondanks ambitieuze onderwijsprogramma's (o.a. de Universal Primary Education) kan niet meer dan ca. 25% van de bevolking lezen en schrijven. Er zijn 13 universiteiten. Zowel het middelbaar als hoger onderwijs is naar Britse en Amerikaanse systemen gemodelleerd.

Sociale gegevens

De Nigeriaanse economie wordt overheerst door de olieproduktie, op gang gebracht in 1956. Hoewel de produktiekosten hoger zijn dan in het Midden-Oosten, is de Nigeriaanse olie door het zwavelarme karakter erg in trek. De hoge olie-inkomsten hebben echter geleid tot een hoge inflatie. In termen van werkgelegenheid is landbouw de belangrijkste economische activiteit, waarin ca. 56% van de beroepsbevolking werkzaam is. De bijdrage aan het BNP is afgenomen: niet alleen door de olie-inkomsten, maar ook door de verslechterde positie van de landbouw (snelle bevolkingstoename, grote droogte, daling wereldmarktprijzen).

De industrie verkeert nog in het opbouwstadium; ondanks stimulerende overheidsmaatregelen is er nog groot tekort aan bedrijven die voor de economische ontwikkeling belangrijke produkten maken. Belangrijke delfstoffen buiten aardolie en -gas zijn steenkool, tin en nioob. Uitvoerprodukten zijn aardnoten, oliepalmprodukten, hout, huiden, cacao, katoen en de eerder genoemde delfstoffen.

Het wegennet heeft een lengte van 107.900 km, het spoorwegnet van 3504 km.

Geschiedenis

Ver voor de komst der Europeanen bestond Nigeria uit verschillende, vaak hoog ontwikkelde staten, zoals de Hausa-stadstaten in het noorden en de (Joroeba-)rijken van Oyo en Benin in het zuiden. De landing van de Portugezen in 1472 leidde tot contact en handel (o.a. slaven) met het Westen.

De toenemende Britse invloed in de 19e eeuw leidde tot volledige koloniale onderwerping in 1900, sinds 1914 onder de naam Colony and Protectorate of Nigeria. Op 1 oktober 1960 werd Nigeria onafhankelijk, drie jaar later een republiek binnen het Gemenebest. Halverwege de jaren zestig braken onlusten en stamoorlogen uit tussen de Hausa-Foelani, de Joroeba en de lbo, hetgeen in 1967 leidde tot afscheiding van de oostelijke regio als Biafra (waar vnl. Ibo's woonden). Na een burgeroorlog waarbij ca. 2 miljoen Nigerianen het leven lieten (o.a. door verhongering), werd in 1970 de rust hersteld. Sindsdien geldt een nieuwe administratieve indeling, waarbij een stam over meerdere regio's verdeeld is.