Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Libië

betekenis & definitie

officiële naam Al-Djamahi-riyya al-'Arabiyya al-Libiyya al-Sha'biyya

al-lstirakiyya

oppervlakte 1 759 540 km2

inwoners 2 977 000

hoofdstad Tarabulus (Tripoli)

staatsvorm socialistische volks-jamahiriyah

staatshoofd Muammar al-Gaddafi

reg. leider Jadallah Azzuz at-Talhi

officiële taal Arabisch

religies moslems

munteenheid Libische dinar

BNP/hoofd US$ 8 640

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECA, OAU,

Arabische Liga, IMF

Landschap en klimaat

Libië ligt in Noord-Afrika en grenst van noord naar zuid resp. aan de Middellandse Zee, Egypte, Sudan, Tsjaad, Niger, Algerije,Tunesië. De kustvlakte wordt verdeeld in een noordwestelijk en een noordoostelijk deel door de ontoegankelijke Sirtewoestijn. Het noordwestelijk kustgebied bestaat uit een langzaam oplopende vlakte van oasen, steppen, zoutpannen, zandduinen en lagunes. Naar het binnenland toe gaat dit gebied over in een kalksteenmassief, dat de overgang naar de Sahara markeert. De noordoostelijke kustvlakte is veel smaller en op sommige plaatsen strekt zich bijna tot aan de kust een kalksteengebergte uit, dat vanwege de altijd groene vegetatie ook wel 'de groene berg' wordt genoemd. De rest van het land behoort tot de Sahara.

In het noorden Is een smalle strook met een Middellandse Zeeklimaat, met een gemiddelde neerslag van 200 tot 300 mm per jaar. De rest van het land is erg droog, met een neerslag van minder dan 200 mm per jaar en landinwaarts nog minder. In het grootste deel van het land heersen hoge temperaturen (40°C is geen uitzondering).

Sociale gegevens

Etnisch gezien is de bevolking tamelijk homogeen; de oorspronkelijke Berber-bevolking is grotendeels gearabiseerd en alleen in het noordwesten en zuiden wonen nog Berbers (onder wie Toeareg) die hun eigen cultuur en taal gedeeltelijk bewaard hebben. Verder zijn er ca. 20% buitenlanders, onder wie Egyptenaren, Syriërs, Jordaniërs, Europeanen.

Het percentage van de stedelijke op de totale bevolking bedraagt 60,1, o.a. veroorzaakt door de onherbergzaamheid van grote delen van het land. Naar schatting 25% heeft een nomadische of semi-nomadische leefwijze.

Was in 1969 naar schatting nog 80% van de bevolking analfabeet, dankzij een intensief door de regering gestimuleerd onderwijsprogram was dit percentage in 1975 al teruggebracht tot 55. Elke nederzetting beschikt wel over een school; alleen voor de nomadische bevolking geeft het (overigens verplichte) onderwijs problemen.

Hoewel de algemene gezondheidstoestand nog voor verbetering vatbaar is, zijn al vorderingen gemaakt doordat de regering de aanwezige faciliteiten financiert uit staatsfondsen.

Economische gegevens

Tot de tweede helft van de jaren vijftig behoorde Libië tot de armste en minst ontwikkelde landen ter wereld. De enorme inkomsten uit de oliewinning hebben een spectaculaire toename van het bruto nationaal produkt veroorzaakt. Toch was er een keerzijde aan de medaille: terwijl handel, verzekering en bankwezen en overheid in omvang toenamen, gebeurde er in de industrie vrijwel niets (slechts verwerking van landbouwprodukten) en ging de landbouw zelfs achteruit. Na de afzetting van koning Muhammad Idris al-Sanusi in 1969 kwam een eind aan de liberale economische politiek, en werden diversificatie van de economie en onafhankelijkheid van het buitenland centraal gesteld. Prioriteit hebben de ontwikkeling van de landbouw en de op de aardolie gebaseerde industrie. Hoewel het land over delfstoffen als fosfaten en ijzererts beschikt, vallen de voorraden hiervan in het niet bij die van de oliereserves. Het wegennet heeft een lengte van 5200 km, het spoorwegnet van 174 km.

Geschiedenis

De oorspronkelijke bewoners waren Berbers, maar ook Feniciërs, Grieken, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen bewoonden het kustgebied. De Arabieren hebben echter krachtig hun stempel op het land gedrukt, waardoor de bevolking vrijwel geheel gearabiseerd is. Vanaf de 16e eeuw maakte het gebied deel uit van Osmaanse Rijk, maar het behield een zekere autonomie. Italië, dat Libië in 1911 van de Turken overnam, toonde zich echter een ware kolonisator. Het nationalistisch verzet werd geleid door de Sanusi-beweging, waarvan de leider Idris al-Sanusi als sterke man naar voren werd geschoven. 2-1-1952 werd Libië een constitutionele monarchie. 1-9-1969 nam een groep jonge officieren o.l.v. Mu'ammar al-Kadhdhaffi (geb. 1940) de macht over. Libië is tegenwoordig een volksrepubliek op islamitische grondslag. Het staatshoofd iaat zich leiden door zijn zg. Derde Internationale Theorie: een weg tussen kapitalisme en communisme, geïnspireerd door de islam. Libië behoort tot de radicalen in het zg. Standvastigheidsfront dat zich fel verzet tegen de Egyptisch-lsraëlische besprekingen. Het streven naar de vestiging van een groot islamitisch rijk leidde in 1980 tot de bezetting van grote delen van buurland Tsjaad.