Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Duitse democratische republiek

betekenis & definitie

officiële naam Deutsche Demokratische Republik

oppervlakte 108178 km2

inwoners 16 737 000

hoofdstad Berlijn

staatsvorm democratische republiek

staatshoofd Erich Honecker

reg. leider Willi Stoph

officiële taal Duits

religies protestanten, rooms-katholieken

munteenheid Oostduitse mark

BNP/hoofd US$ 7 180

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, ILO, ECE, Warschaupact,

COMECON

Landschap en klimaat

De Duitse Democratische Republiek (ook Oost-Duitsland of DDR genoemd) ligt in West-Europa en wordt in het noorden begrensd door de Oostzee, in het oosten door Polen, in het zuiden door Tsjechoslowakije en in het westen door de Bondsrepubliek Duitsland. Het grootste deel van de DDR bestaat uit laagland, dat deels vlak en deels heuvelachtig is. In het zuiden ligt het Ertsgebergte met twee van de hoogste bergen van de DDR, de Fichtelberg (1204 m) en de Auersberg (1018 m). Belangrijke rivieren zijn de Oder, de Neisse (samen de Oder-Neisse-grens met Polen vormend), de Elbe, de Saaie, de Havel en de Spree; bovendien zijn er diverse lange kanalen.

De DDR heeft een gematigd klimaat; het land bevindt zich in een overgangsgebied van zee- naar landklimaat. Aan de Oostzeekust heerst een zeeklimaat; naarmate de invloed van de zee naar het zuidoosten afneemt, worden de zomers warmer en droger, de winters strenger.

De gemid. jaartemperatuur bedraagt aan de kust ca. 7°C, in Jena in het zuiden 8,7°C.

Sociale gegevens

De bevolking is zeer homogeen samengesteld: het grootste deel bestaat uit Duitsers, verder is er een nog geen tweeduizend leden tellende joodse gemeenschap en wonen er ca. 70.000 Sorben, een volk van Slavische afkomst. De Sorben (ook Wenden genoemd) bewonen de zuidoosthoek van de DDR. De bevolkingsdichtheid neemt toe van het noorden naar het zuiden, waar zich de belangrijkste industrieën bevinden. Van de totale bevolking woont driekwart in steden; behalve Oost-Berlijn zijn de grootste stedelijke concentraties het gebied Halle-Leipzig, Karl-Marx-Stadt/Zwickau aan de voet van het Ertsgebergte en de streek rond Dresden.

De sociale voorzieningen zijn redelijk: bejaardenpensioen, uitkeringen in geval van ziekte, gratis medische zorg. Alle onderwijs in de DDR is openbaar; na het uitroepen van de staat in 1949 werden volksscholen opgericht voor arbeiderskinderen en de kerkelijke scholen afgeschaft. Het land heeft meer dan 50 universiteiten en hogescholen.

Kunst

De kunst in de DDR vond meer aansluiting bij die van de andere socialistische landen dan bij die van het Duitsland van vóór WO II. De houding ten opzichte van kunst en cultuur werd vastgelegd op de eerste en tweede Bitterfelder Konferenz; belangrijk was dat de kunst het socialisme moet dienen.

Economische gegevens

Het rode Wirtschaftswunder wordt de economische ontwikkeling van de DDR wel genoemd, daar het land, dat verwoest en leeggeroofd uit WO II kwam, in snel tempo het huidige economische peil heeft bereikt. De economie is in de eerste plaats gebaseerd op de door de staat gecontroleerde industrie, die een gevarieerd karakter heeft. Voornaamste bodemschatten zijn bruinkool, ijzeren kalium. In de landbouw, waarin ca. 10% van de beroepsbevolking werkzaam is, overheersen de produktiecoöperaties. De levensstandaard in de DDR is in vergelijking met andere Oostbloklanden vrij hoog.

Het land heeft ca. 15.000 km spoorwegnet, waarvan ca. 10% geëlektrificeerd; het wegennet heeft een lengte van ca. 47.000 km, waarvan slechts een klein deel snel-

weg. Het luchtvervoer vindt plaats via de in 1954 opgerichte maatschappij Interflug.

Geschiedenis

De eigenlijke geschiedenis van de DDR begint op 12 juli 1943, toen te Krasnogorsk (SU) het Nationalkomitee Freies Deutschland werd opgericht; het grondgebied van het land werd definitief vastgelegd op 30 juni 1945, toen de westerse geallieerden zich terugtrokken van de bestandslijn Wismar-Magdeburg-Zwickau. Na het uitroepen van de Bondsrepubliek Duitsland (23-5-1949) volgde op 7-10-1949 de stichting van de DDR. Door middel van vijfjarenplannen en socialisatie van de landbouw trachtte men de economie weer op gang te brengen. De steeds hogere produktienormen zonder inkomensverhoging leidden in 1953 tot een opstand, die door gebrek aan leiding en organisatie snel verliep. Een van de grootste moeilijkheden voor de regering bij het maken van de economische plannen was de aanhoudende vluchtelingenstroom naar het Westen. Daar het vnl. mensen uit de economisch actieve leeftijdsgroepen betrof, besloot de regering tot ingrijpen: op 13-8-1961 werd de Berlijnse Muur voltooid, waarmee aan deze stroom een eind kwam. Na de mislukking van diverse meerjarenplannen werd een wat lossere economische politiek gevoerd, die meer succes had.

In ideologisch opzicht bleef het land echter zeer nauw verbonden met de SU. De verhouding met West-Duitsland werd begin jaren 70 aanzienlijk verbeterd.