Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Canada

betekenis & definitie

officiële naam Canada

oppervlakte 9 976139 km2

inwoners 23 941 000

hoofdstad Ottawa

staatsvorm monarchie

staatshoofd Elizabeth II

reg. leider Pierre Elliott Trudeau

officiële taal Engels; Frans

religies rooms-katholieken, protestanten, anglicanen

munteenheid Canadese dollar

BNP/hoofd US$ 10130

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, ECLA, NAVO, Brits Gemenebest, GATT, OESO, IMF, Wereldbank, Colombo Plan

Landschap en klimaat

Canada beslaat bijna de gehele noordelijke helft van Noord-Amerika en wordt begrensd door de Atlantische Oceaan met de Hudson Baai, de Noordelijke IJszee en de Grote Oceaan en de VS.

In het landschap van Canada kan men zes typen onderscheiden: het Canadese Schild, de bergachtige Atlantische provincies, het laagland van de Grote Meren en de Saint Lawrence, de prairies, de Rocky Mountains en de arctische archipel. Het Canadese Schild ligt als een hoefijzer om de Hudson Baai en bestaat uit diverse soorten gesteente, waarop onvruchtbare grond. De Atlantische provincies zijn bergachtig en vormen een uitloper van de Appalachen. Het laagland van de Grote Meren en de Saint Lawrence is een strook vruchtbare grond tussen de stad Québec en het Huronmeer. Het Canadese prairiegebied bij de Amerikaanse grens wordt doorkruist door brede gordels vruchtbare grond. De Canadese Rocky Mountains omvatten het bergachtige gebied tussen de prairies en de westkust; hoogste punt is Mount Logan (6050 m). De arctische archipel bestaat uit merendeels onbewoonde en vaak met gletsjers bedekte eilanden. Canada heeft een continentaal klimaat, dat gekenmerkt wordt door korte, hete zomers en lange, koude winters. Door de enorme afmetingen van het land bestaan ertussen de diverse delen nog vrij grote verschillen. Canada's grootste bosreserve wordt gevormd door uitgestrekte naaldwouden, die naar het noorden geleidelijk overgaan in toendra's.

De dierenwereld vertoont grote overeenkomsten met die van noordelijk Eurazië. Enkele met uitsterven bedreigde diersoorten nemen thans in reservaten weer in aantal toe. Het afslachten van jonge zadelrobben vanwege de vacht wekt internationaal nog steeds grote verontwaardiging.

Sociale gegevens

De bevolking van Canada bestaat voor het overgrote deel uit Canadezen van Europese afkomst, verder uit Indianen, Chinezen, Eskimo's en Japanners (bij elkaar ca. 4%). De bevolking is zeer ongelijk over het land verspreid; meer dan 90% van de Canadezen woont op minder dan 400 km van de Amerikaanse grens. Het noorden, de prairieprovincies en Brits Columbia tellen op ca. 7 miljoen km2 hooguit

250.000 inwoners. Het percentage van de stedelijke bevolking op de totale bevolking bedraagt 72.

Voornaamste steden: Montreal (2,8 miljoen inw.), Toronto (2,8 miljoen), Vancouver(1,1 miljoen), Ottawa (738.600), Edmonton (594.900), Winnipeg (590.300).

Het onderwijs is volgens de Grondwet een zaak die door de provinciale overheden geregeld wordt; het onderwijs aan de Eskimo's en de Indianen wordt echter verzorgd door de federale regering. Het voortgezet onderwijs (high school) duurt vier of vijf jaar en geeft aansluiting op zowel beroeps- als universitair onderwijs. Het technisch en beroepsonderwijs wordt vaak gevolgd in combinatie met werk in een bedrijf. Canada telt ca. 60 universiteiten en enige honderden instituten met cursussen op hoger niveau.

Immigratie

Behalve Fransen en Engelsen zijn nog vele groepen van andere nationaliteit de laatste 200 jaar naar Canada getrokken. Velen kwamen om er een beter bestaan op te bouwen, anderen om aan vervolging wegens ras, geloof of politiek in eigen land te ontkomen. De nieuwe nederzettingen vormden vaak een getrouwe afspiegeling van de dorpen in het land van herkomst. Tegenwoordig zijn de belangrijkste van deze groepen Duitsers, Oekraïeners, Italianen, Nederlanders, Scandinaviërs en Polen. Het beleid van de Canadese overheid houdt in dat de integratie van de verschillende groepen niet moet worden afgedwongen en dat in het land ruimte moet blijven voor een grote culturele diversiteit. Vandaar dat behalve Engels- en Franstalige periodieken ook een groot aantal tijdschriften in andere talen door de overheid wordt gesubsidieerd.

Economische gegevens

De Canadese economische geschiedenis wordt wel eens samengevat in de woorden: fish, furs, forests, farms, factories (vis, pelzen, bossen, boerderijen, fabrieken). Hoewel het land in de eerste plaats een industriestaat is, leveren primaire produktiesectoren als landbouw, bosbouw en mijnbouw een belangrijke bijdrage aan de economie.

De industrie is voor Canada een voorname bestaansbron, waarbij na WO II het accent is verschoven van grondstoffenverwerkende industrie naar fabricage van eindprodukten. Grote werkgevers zijn o.a. de papier-, houtpulp-, textiel-, levensmiddelen-, auto-, landbouwwerktuigen-, ijzer- en staal- en de petrochemische sector. Behalve de industrie neemt de tertiaire sector sterk in betekenis toe.

De landbouw is vergaand gemechaniseerd, waardoor thans één man kan zorgen voor de voedselvoorziening van 40 personen. Van het landoppervlak is ca. 8% in cultuur gebracht; de farms hebben een gemiddelde bedrijfsgrootte van 200 ha. Canada is een belangrijk exporteur van graanprodukten.

Het is het zesde handelsland ter wereld; belangrijkste handelspartners zijn de VS, Groot Brittannië, Japan, Bondsrepubliek Duitsland. Uitvoerprodukten zijn o.a. auto's, krantenpapier, hout, tarwe, ijzererts, metaallegeringen en asbest. Ingevoerd worden o.a. machines, auto-onderdelen, elektronische apparatuur, kolen, vliegtuigen, koffie, suiker. De Canadese economie is nauw verweven met die van de VS. Veel Canadese industrieën worden beheerst door Amerikaans kapitaal. De VS daarentegen worden voortdurend afhankelijker van de natuurlijke reserves van Canada (energie, hout).

Het land is rijk aan bodemschatten: Canada behoort tot de grootste wereldproducenten van o.a. nikkel, zink, asbest; verder zijn ijzererts, koper, lood, goud, kobalt, aluminium, aardolie, aardgas en uranium van belang voor de economie.

Goede transportmogelijkheden zijn van groot belang: bevaarbare rivieren zijn o.a. de Saint Lawrence, de Ottawa en de Saint John. De Saint Lawrence Seaway werd voltooid in 1959 en bestaat uit een serie kanalen en sluizen tussen Montreal en het Ontariomeer; hierdoor kunnen grotere schepen de Grote Meren bereiken. Er is een goed ontwikkeld spoorwegnet (ca. 85.000 km lang).

Van het wegennet (bijna 900.000 km) is ca. 75% verhard, waardoor het per hoofd

van de bevolking na Australië het grootste ter wereld is. Internationale luchtvaartmaatschappijen zijn Air Canada en de Canadian Pacific Airlines.

Geschiedenis

In de vroegste geschiedenis van Canada leefden Eskimo's en Indianen nagenoeg geïsoleerd. De Italiaanse zeevaarder Giovanni Caboto (ca. 1476-1557) ontdekte in 1497 de kust van Canada. Aan de reis van Jacques Cartier (1491-1557), die in 1534 het gebied van de Saint Lawrence Bay ontdekte, ontleende de Franse koning aanspraken op Canada. De naam Canada is overigens afgeleid van 'Kanatta', waarmee een Irokezenopperhoofd waarschijnlijk zijn nederzetting wilde aanduiden aan Cartier.

In de loop van de 18e eeuw ondervonden de Franse kolonisten toenemende concurrentie van de Britten, hetgeen leidde tot een reeks koloniale oorlogen. In de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) verloor Frankrijk zijn Canadese bezittingen aan de Britten. De achtergebleven Fransen (vnl. woonachtig in Quebec) behielden hun rechten dank zij de Quebec Act van 1774. Om wrijvingen tussen beide taalgroepen te voorkomen besloot de koloniale overheid tot een verdeling in een Franstalig en Engelstalig deel. Geruchten dat aan deze situatie een eind zou komen, leidden tot de opstand van 1837.

Mede dankzij het Durhamrapport (1839) kreeg Canada eind jaren 40 binnenlands zelfbestuur. In 1867 werd een door de Canadezen zelf opgestelde Grondwet aangenomen door het Britse parlement. De banden met het Britse moederland werden geleidelijk veranderd; bij het statuut van Westminster (1931) werd Canada geheel onafhankelijk, maar het bleef lid van het Britse Gemenebest.

De spanningen tussen de Franse en Engelse bevolkingsgroepen zijn nog niet opgelost; het is niet waarschijnlijk dat Quebec zich losmaakt uit de Canadese federatie. Staatshoofd is de Britse vorstin, vertegenwoordigd door een gouverneur-generaal. De autonome provincies hebben een luitenant-gouverneur als hoogste gezagsdrager, enkele onder federaal bestuur staande gebieden een regeringscommissaris. Het parlement kent het House of Commons en de Senaat. In beide Kamers voeren de Canadese Liberalen en de Progressieve Conservatieven de boventoon.

Op 17 april 1982 tekende koningin Elizabeth II een nieuwe Canadese Grondwet, waarmee formeel een einde kwam aan een resterend stukje afhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk. Het Hooggerechtshof besliste dat het verzet van Quebec hiertegen onrechtmatig was.