Bahama-eilanden

betekenis & definitie

officiële naam The

Commonwealth of The Bahamas

oppervlakte 13 935 km2

inwoners 210 000

hoofdstad Nassau

staatsvorm monarchie

staatshoofd Elizabeth II

reg. leider Lynden Oscar Pindling

officiële taal Engels

religies protestanten, rooms-katho-

lieken,

anglicanen

munteenheid Bahamaanse

dollar

BNP/hoofd US$ 3 300

lid van VN, UNESCO, NCTAD, WHO, FAO, ILO, ECLA, Brits

Gemenebest, IMF, Wereldbank

Landschap en klimaat

De archipel van de Bahama's bestaat uit 700 eilanden en een groot aantal rotspunten en zandbanken. Ca. twintig zijn bewoond (grootste New Providence en Grand Bahama). De eilanden zijn opgebouwd uit koraalkalksteen en hebben een vulkanische ondergrond. Het hoogste punt van de B. is Mount Alvernia (122 m) op Cat Island.

De B. hebben een subtropisch klimaat. Invloed hierop hebben de zuidoostpassaat en de Golfstroom. De meeste neerslag valt tussen mei en september. In deze periode vallen ook de cyclonen (David in 1979).

Sociale gegevens

De bevolking bestaat vnl. uit negers (74%) en mulatten (14%). De urbanisatiegraad is 60%. De onderwijsvoorzieningen zijn redelijk (leerplicht tot 14 jaar). De universiteit is een dependance van de University of The West Indies. De gezondheidszorg is goed met ziekenhuizen op de grootste eilanden en gezondheidscentra op de kleinere. Een probleem vormen het toenemend drankmisbruiken de drugsverslaving.

Economische gegevens

De economische macht is in handen van blanken en buitenlanders. Toerisme (66% van de beroepsbevolking en 70% van het BNP), bankwezen (belastingparadijs) en petrochemische industrie vormen de economische basis van de B. Verder zijn de houten drankenindustrie (rum) van belang, terwijl de groei van het toerisme en het bankwezen de bouwnijverheid sterk heeft bevorderd. De betalingsbalans is sinds 1977 in evenwicht.

Geschiedenis

In 1492 werden de B. ontdekt door Columbus. Zij kwamen in 1783 aan Groot Brittannië, dat de archipel in 1973 onafhankelijkheid verleende binnen het Gemenebest.