Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Argentinië

betekenis & definitie

officiële naam Republica

Argentina

oppervlakte 2 766 889 km2

inwoners 27 863 000

hoofdstad Buenos Aires

staatsvorm republiek

staatshoofd Reynaldo

Benito

Antonio

Bignone

reg. leider idem

officiële taai Spaans

religies rooms-katholieken

munteenheid Argentijnse

peso

BNP/hoofd US$ 2 390

lid van UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECLA, OAS, GATT,

IMF, Wereldbank, ALADI

Landschap en klimaat

Argentinië deelt met Chili de zuidpunt van Zuid-Amerika. De Andes in West-Argentinië loopt in oostelijke richting geleidelijk af naar de vlakte die een groot deel van het land vormt. Toppen van vulkanische oorsprong zijn de Aconcagua (6959 m) en de Tupungato (6800 m). Het centrale kustgebied (de pampa) en het

noordoosten hebben een vochtig klimaat; in de rest van het land heersen droge klimaten. Hoogstammig bos komt vnl. voor in de provincie Misiones; de pampa is rijk aan grassen en in het noordoosten ligt de Gran Chaco, een droog savannegebied.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat voor 95% uit blanken (van Spaanse en Italiaanse afkomst) en voor 5% uit mestiezen (gemengde afkomst) en Indianen, welke laatste groep vnl. in de uithoeken van het land woont. De bevolking woont voor meer dan 75% in steden, omgeven door uitgestrekte, dunbevolkte gebieden. In Buenos Aires met zijn voorsteden woont 1/3 van de bevolking. Het opleidingsniveau is voor Zuid-Amerika goed: 93% van de bevolking van 15 jaar en ouder kan lezen en schrijven. Grootste steden zijn: Buenos Aires (3 miljoen), Córdoba (990.000), Rosario (935.500), La Plata (473.200), Mar del Plata (424.000).

Kunst

De oudst bekende beeldende kunst, o.a. beeldjes van mensen en dieren van gebakken klei, dateert van de precolumbiaanse tijd. De eerste westerse kunstoverblijfselen stammen uit de 17e eeuw (o.a. kerken). De opkomst van de literatuur valt samen met de onafhankelijkheid. Esteban Echevaria (1805-1851) schreef het eerste 'romantische' werk van Zuid-Amerika. Vervolgens ontstond een eigen literatuur ('poesia gauchesca'), waarna begin 20e eeuw het Modernismo in Argentinië bekend werd, gevolgd door de nueva novela. Heden-

daagse auteurs van betekenis zijn Jorge Luis Borges en Julio Cortézar.

Economische gegevens

Basis van de Argentijnse economie zijn landbouw en veeteelt, de laatste vooral op de pampa's, waar de gaucho's de kudden beheren. Vlees, huiden, tarwe en maïs zijn belangrijke exportprodukten. Delfstoffen zijn o.a. aardolie, aardgas en uraan. Als gevolg van de politieke instabiliteit is de economie verstoord; de inflatie bedroeg in 1982 200%.

Geschiedenis

Argentinië werd op 9 juli 1816 onafhankelijk van Spanje; de constitutie dateert van 25 mei 1853. Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw ontwikkelde het land zich tot een agrarisch exportland, dat in politiek opzicht nogal onrustig was. Oorzaken waren o.a. de grote afhankelijkheid van buitenlands kapitaal, de macht van de grootgrondbezitters, de conservatieve clerus en de militairen. Tijdens beide wereldoorlogen bleef Argentinië neutraal. Juan Perón was president van 1946 tot 1955, mede dank zij de populariteit die hij en zijn vrouw Evita Duarte bij arbeiders en vakbeweging genoten. Na verbanning keerde hij in 1973 terug; hij overleed in 1975. Zijn derde vrouw, Isabel Martinez, werd in 1976 afgezet door Jorge Rafael Videla.

Stijgende onrust was er begin 1982 door het economisch falen van de voortdurend wisselende militaire machthebbers, naast de roep om vrijheden en informatie over vermisten. Tussen 1975 en 1979 zijn naar schatting tussen de 6000 en 15.000 (sommige bronnen spreken zelfs van 30.000) mensen verdwenen in de strijd van de militairen tegen de 'subversie'. Ook de samenwerkende vijf grootste politieke partijen verzetten zich steeds heviger tegen de regering, o.a. tegen haar poging de macht blijvend te behouden. In maart waren er protestbetogingen tegen de verdwijningen, maar ook liet de staat 80 politieke gevangenen vrij bij gelegenheid van de 7e verjaardag van de militaire machtsovername. Nog slechts 627 mensen zouden om politieke redenen gevangen zitten. Toegezegd werd dat op de helft van het jaar de ban op de politieke partijen zou worden opgeheven, maar desondanks waren er de hele maand maart massale betogingen tegen de regering.

Als direct gevolg van de nederlaag in de Falklandoorlog zag president Galtieri zijn leiderspositie verloren gaan. Tussen de drie legeronderdelen ontstond hevige strijd over de vraag wie de nieuwe president zou leveren. De landmacht won. De top van de legeronderdelen werden grondig gereorganiseerd.