Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Angola

betekenis & definitie

officiële naam República Polular de Angola

oppervlakte 1 246 700 km2

inwoners 7 100 000

hoofdstad Luanda

staatsvorm volksrepubliek

staatshoofd José Eduardo dos Santos

reg. leider idem

officiële taal Portugees

religies rooms-katholieken, protestanten

munteenheid kwanza

BNP/hoofd US$ 470

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECA, OAU

Landschap en klimaat

Angola ligt in zuidwestelijk Afrika en wordt voor het grootste deel gevormd door hoogvlakten (1000 tot 2000 m). De kustvlakte wordt door een bergachtige streek van deze hoogvlakten gescheiden. In het zuidwesten ligt de Namib, een kustwoestijn. Hoogste punt is de Serra Môco (2610 m). Het tropisch klimaat kent een nat en droog seizoen en gematigde temperaturen. Belangrijkste rivie-

ren: Cunene, Zaïre, Zambezi. Vegetatie: savannen en droog bos, in het noordwesten regenwoud.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat uit een aantal negervolken (Ovimbundu, Kongo, Mbundu, Musjikongo, Watwa) en Europeanen. Grootste steden zijn: Luanda (480.600), Huambo (62.000), Lobito (60.000), Benguela (41.000). Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan slechts ca. 25% lezen en schrijven. Het land beschikt over 1 universiteit (te Luanda).

Economische gegevens

De voornaamste bron van inkomsten is de landbouw, met als belangrijkste produkten koffie, sisal, suiker, katoen, maïs; een deel van de bevolking houdt zich bezig met veeteelt. De bodem bevat o.a. diamant, olie, ertsen (koper, ijzer). De infrastructuur is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd (redelijk wegennet, Benguela-spoorlijn).

De uitvoer (koffie, grondstoffen, aardolie, diamant) wordt niet overtroffen door de invoer (vnl. industrieprodukten).

Geschiedenis

In 1482 landden de Portugezen in Angola; aanvankelijk onderhielden ze vriendschappelijke contacten met het goed georganiseerde Kongorijk. Na het uiteenvallen van dat rijk begon de verovering door Portugal, ingezet met de stichting van Luanda (1576). Eeuwenlang was het land daarna het centrum van de slavenhandel. De verovering van het binnenland was begin 20e eeuw voltooid.

In 1956 ontstond de eerste nationalistische beweging, de MPLA (Movimento Popular de Libertação de Angola), gevolgd door groeperingen als UNITA en FNLA. Na felle strijd werd Angola op 11 november 1975 onafhankelijk van Portugal.

Met Cubaanse hulp wist president Agostinho Neto (1922-1979) zijn MPLA uit te roepen tot enig toegelaten partij in Angola.

Sinds de Zuidafrikaanse invasie van augustus 1981 bleven deze troepen, al dan niet in samenwerking met de verzetsbeweging UNITA, heer en meester in de zuidelijke provincie Cunene. Herhaaldelijk werden van daaruit acties uitgevoerd tegen de Namibische vrijheidsstrijders van de SWAPO.

Overigens breidde UNITA de laatste maanden van 1982 haar activiteiten sterk uit. Er begonnen nieuwe speculaties de ronde te doen dat een regeling van de onafhankelijkheid van Namibië niet alleen afhankelijk werd gemaakt van het vertrek van de Cubanen, maar ook van een toekomstige rol voor de UNITA.

In de tweede helft van 1982 werd een groot aantal veranderingen in regerings- en partijtop aangebracht. De portée van deze wijzigingen was niet altijd meteen duidelijk, maar leek uiteindelijk een machtsstrijd te zijn tussen de nationalistische vleugel van de MPLA en de groep die nauw op de SU georiënteerd was.

De wijzigingen zouden ook verband houden met de slechte economische toestand en de verslechterende situatie op militair gebied.