bij mensen en zoogdieren, draadvormige, uit hoorn bestaande vormingen der opperhuid. De draadvormige haarschacht steekt met de haarwortel in het haarzakje.
Het verbrede onderste deel hiervan heet haarknop. Deze zit op de lederhuidpapil, die rijk is aan zenuwen en bloedvaten. Vele insekten zijn dichtbehaard. Ook veel planten zijn bedekt met haar, dat echter niet uit hoorn bestaat.