XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Olieslagers, Jan

betekenis & definitie

Olieslagers, Jan - Jan Olieslagers (1883-1942), "de Belgische luchtduivel", de man die half Europa in stomme bewondering bracht door zijn vliegtochten, is ook eens in A. opgestegen. Het was de eerste keer dat een vliegtuig zich boven A. in de lucht verhief, nl. in sept. 1910. Kort voordien had Gaudart ook een poging ondernomen op Oud-Roosenburgh*, maar hij was niet van de grond losgekomen. De eerste vlucht die Olieslagers boven de stad maakte, was voor de verzamelde A'dammers een sensatie. Op 12 sept. 1910 steeg hij op van een terrein nabij de uitspanning "Halfweg 't Kalfje" aan de Amstel.

Hij vloog in zijn Blériot-vliegtuig met Gnome-motor. Omdat hij voor zijn demonstraties veel geld vroeg, was spoedig een liedje populair dat luidde: "Als Olieslagers dood is, dan krijgen we misschien, de helleft van zijn centen en van zijn vliegmachien. Als Olieslagers dood is, dan krijgen we zowaar, de helleft van zijn centen en van zijn polkahaar." Refrein: "Olieslagers, Olieslagers, Olieslagers, vlieg je weer? Of de witte of de rooie. Maar de zwarte vlag blijft neer". De witte, rode en zwarte vlaggen vormden een onderdeel van de seingeving, die Olieslagers' optreden omrandde. Bij wit ging het feest door, bij rood heerste onzekerheid en bij zwart werd de zaak afgelast. Dit laatste gebeurde nogal eens en dan waren de toeschouwers hun centen kwijt.

LIT. Arnold L.M. Smit, Vliegvertoningen op Roosenburgh, O.A. 1966, 98; id., "Vliegduivels" boven de Amstel, O.A. 1966, 142.