XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Nes, De

betekenis & definitie

Nes, De - De Nes, was nog in het begin van de 20ste eeuw een drukke vermaaksbuurt, eigenlijk de voornaamste uitgaansbuurt van de stad, waar vele kroegen, tingeltangels, café-chantants en ook enige volksschouwburgen gevestigd waren, zoals Salon van Duport*, De Brakke Grond*, Victoria*, Frascati* en Tivoli . Omstreeks de Eerste Wereldoorlog is echter de roem van de Nes gaan tanen. De oude amusementsgelegenheden verdwenen stuk voor stuk en de straat werd een centrum van de tabakshandel. Deze handelsbuurt, die in Frascati* haar druk en rumoerig hoogtepunt vond, bevat thans veelal kantoorgebouwen. Architectonisch opmerkelijk is hier alleen de achtergevel van de Bank van Lening*.

Zowel Brakke Grond als Nes duiden erop, dat hier, evenals bij de Niezel*, moerassig land is geweest. Nog meer sprekend is de andere naam voor een gedeelte van de Nes, nl. Gansoord, waar dus het waterwild verblijf hield. Tot in de 17de eeuw werd het noordelijke deel van de Nes zo genoemd. De gehele Nes droeg ook wel de naam Grimmenesse, naar de Grim die daar dichtbij was. Op nr. 41 van de Nes werd Bredero* geboren; op nrs. 13-15 opende de firma H. Drijfhout* in 1981 een nieuwe verkoophal (tegenwoordig hotel). Frascati werd tot een modern theater verbouwd en De Brakke Grond, ooit de veilingzaal van de Verenigde Oost-lndische Compagnie*, maakt nu deel uit van het Vlaams Cultureel Centrum*, dat in mei 1981 werd geopend.

LIT. T. den Herder, Van Gansoord tot Bankoord, O.A. 1964, 98, 144; Hugo Rau, Vlamingen in ons Amsterdam, O.A. 1991, 212; Renée Kistemaker, Bredero, O.A. 1993, 191.