Gepubliceerd op 18-08-2020

Temperen

betekenis & definitie

Temperen beteekende oorspronkelijk dooreenmengen in de juiste verhouding; thans ook; in behoorlijken toestand brengen, matigen. Schilders spreken van temperen van verf, van kleuren.

Uit blauw en geel tempert men groen. Met wit temperen. Tempermes. Temperverf is verf met eiwit als bindmiddel. De aard van het menschelijk gemoed heet het temperament, omdat er een tijd is geweest, dat men het menschelijk gemoed afhankelijk achtte van de wijze, waarop de vier „lichaamsvochten” (bloed, slijm, zwarte gal, gele gal) waren gemengd.In Vlaanderen, Brabant, Zeeland en aan de Zaan spreekt men van temperen van meel voor het beslag voor gebak, voor saus enz., dus in de beteekenis van aanmengen : meel temperen, pap temperen, karnemelk temperen.

Bij de ijzerbewerking wordt het woord temperen gebruikt voor het ontlaten van het ijzer, waardoor het weeker, zachter wordt. Daar de hardheid van ijzer afhankelijk is van de verhouding van het ijzer met de gebonden koolstof, is dus ook hier het doel, de juiste verhouding van ijzer en koolstof te bereiken. Men doet dat door langzame verhitting en langzame afkoeling. Hierbij laat een gedeelte van de scheikundig aan het ijzer gebonden kool los en gaat over in grafiet.

Een goedkoope werkwijze, om kleine gegoten voorwerpen geschikt te maken voor bewerking, is de volgende wijze van temperen : Men zet de voorwerpen in een ijzeren pot tusschen poeder van hamerslag, roodijzersteen, bruinsteen of andere stoffen, welke zuurstof afgeven. De bovenste laag bedekt men met zand en men sluit den pot luchtdicht af met een deksel. Nu verhit men den pot gedurende 1—3 dagen in een vlamoven. Het poeder geeft langzaam zuurstof af, welke zich verbindt met de kool in het ijzer. De kool verbrandt dus, het ijzer, waarvan de voorwerpen gegoten zijn, wordt armer aan kool en daardoor zachter. Deze verandering heeft in hoofdzaak aan de oppervlakte plaats, maar is voor het doel voldoende. Op deze wijze maakt men de verbindingsstukken (sokken) van ijzeren buizen. (Zie pakharden).

In overeenstemming met deze bewerking van het ijzer, is men ook gaan spreken van temperen van andere stoffen, in den zin van langzaam afkoelen. Om uit koperslak, hoogovenslak, of vuilverbrandingsslak straatsteenen te maken, moet de vloeibare, gegoten slak getemperd worden, anders is de slak na stolling, als glas zoo bros. Koelt men langzaam af, dan ontstaat een kristallijne stof, welke minder bros is.

< >