Vroeger waren konstabels kanonniers, ook wel schieters genoemd. Ten tijde van de Republiek bestond het ambt van Groot-Konstabel, die het toezicht had over het geschut en de krijgsbehoeften, evenals in Engeland, waar men nog gemeentekonstabels kende, die de orde handhaafden.
Deze zijn in 1812 vervangen door ,,policeconstabels” of,,policeman”.Bij de Nederlandsche marine zijn konstabels thans onderofficieren, die uitsluitend zijn belast met het beheer van het geschut en wat daarbij behoort.
Op onze groote reederijen is de konstabel het hoofd van de bewaking van de werf en van de schepen.