De Grondwet van 1848 schrijft voor: De Koning zendt zijn voorstellen aan de Tweede Kamer bij een schriftelijke boodschap, welke de reden van het voorstel inhoudt. De Koninklijke Boodschap is dus de brief (het formulier) ten geleide van een wetsontwerp met de Memorie van Toelichting door den Koning aan de Tweede Kamer gezonden.
De stukken worden gedrukt en aan de leden rondgegeven. Zij zijn aan de Algemeene Landsdrukkerij voor het publiek verkrijgbaar.