Fronton, frontespiece. De voor- en achtergevel van het Grieksche gebouw eindigt in een driehoek, de geveldriehoek, gevormd door de dakschuinten en een waterpasse lijst (waterlijst).
De ruimte, door den geveldriehoek omsloten, heet gevelveld (fronton, frontespiece, tympanon). De Romeinsche geveldriehoek was hooger dan de Grieksche. Het gevelveld werd met beeldhouwwerk versierd (afb. blz. 159). In de bouwkunst der renaissance vormde een kleine geveldriehoek de bekroning van den geveltop halsgevels, klokgevels). Een „gebroken geveldriehoek” is aan den top onderbroken. Soms werd er een figuur in geplaatst (leeuw met schild). Een segmentvormige geveldriehoek heeft geen rechtlijnige schuin opstaande zijden meer; deze zijn boogvormig geworden.
