Gepubliceerd op 18-08-2020

Geestgrond

betekenis & definitie

De hooge, zandige gronden gelegen tusschen de duinen en de daarachter gelegen polders. Het woord „geest”, elders gaast of ga, duidt de hooge, indertijd bewoonbare zandgronden aan, in tegenstelling met de onbewoonbare, lage, eertijds aan overstrooming blootgestelde gronden.

Tusschen Haarlem en Lisse loopen twee strooken geestgrond naast elkaar. Daartusschen is een lagere strook, gevuld met veen en bedekt met zand. De twee hooge strooken zijn vroeger kusten geweest en de lage strook ertusschen was een strand, dat later met veen volgroeide. De zee moet zich dus hebben teruggetrokken. Het zand onder dat veen, ligt twee meter lager dan het tegenwoordige strand, doordat de zeespiegel daarna gerezen is.

Vroeger was de lage strook grasland, tegenwoordig bollenland. De spoorlijn loopt, van Haarlem af, midden door de vroegere strandvlakte. Op de geestgronden ontstonden vroeger de dorpen. Op de Oostelijke strook Heemstede, Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sassenheim, Voorhout, Warmond, Poelgeest en Oegstgeest. Op de Westelijke strook: Vogelenzang, Noordwijkerhout en Noordwijk-Binnen. Op de oude geestgronden verrezen ook kasteelen en buitenplaatsen, daar het achterliggende polderland nog niet door dijken beschut was en niet met molens werd drooggehouden. Men had vroeger een kasteel bij Naaldwijk, Teylingen, Vogelenzang, Heemstede, Brederode en verder ook geestelijke stichtingen, zooals de abdij van Loosduinen, Rijnsburg, Egmond en het monnikenklooster te Bennebroek.

De geestgronden langs den duinvoet zijn wegens hun vochtigheid voor beteeling geschikt en dikwijls wordt geestgrond door afzanding voor den kweek van bloembollen geschikt gemaakt. Van Alkmaar tot Sassenheim is de bollenkweekerij algemeen.