Definities van Woordenboek voor praktische kennis in de Ensie S
- Schurft (tuinbouw)
- Schutblad
- Schutkleur
- Schutwant (visscherij)
- Segrijnleer
- Seideravond
- Seizing (haringvisscherij)
- Seizing (scheepvaart)
- Septer (scheepsbouw)
- Seter (geneeskunde)
- Siepel (tuinbouw)
- Sikkel (landbouw)
- Sim
- Singel (landbouw)
- Singel (paarden)
- Sint Andrieskruis (bouwkunde)
- Sint Jakobsappel
- Sint Jansridder
- Sint Jansschot
- Sint Jansziekte (landbouw)
- Sint-Vitusdans
- Sinteren
- Sinterkalk (bouwkunde)
- Sjanker (geneeskunde)
- Sjees
- Sjeezen (studententaal)
- Sjorren
- Slaap (houthandel)
- Slaapverlamming (geneeskunde)
- Slaapziekte
- Slaapziekte (de Afrikaansche)
- Slabbe (bouwkunde)
- Slag
- Slagdorpel (waterbouwkunde)
- Slaggaard (scheepvaart)
- Slaghaak (houtzager)
- Slagletters
- Slagroom
- Slagschip
- Slagzij (zeevaart)
- Slak (scheepvaart)
- Slak (veeteelt)
- Slakkenhuis (ontleedkunde)
- Slakkenmeel (landbouw)
- Slakkenwol
- Slaper (bouwkunde)
- Slatten (landbouw)
- Slcgge
- Slechten
- Sleef (keuken)
- Sleeper
- Slei (hamer)
- Slemp (keuken)
- Slemp (landbouw)
- Slempen (grondwerk)
- Slenk (aardkunde)
- Sleutelbalk (bouwkunde)
- Slibben (natuurkunde)
- Slibvertering
- Slierasperges
- Sliet (houthandel)
- Slijmbeurs (ontleedkunde)
- Slijmvlies (ontleedkunde)
- Slijmzwammea
- Slinger (bijenteelt)
- Slingeren (scheepvaart)
- Slingerhoning
- Slingerklampen (molenaar)
- Slipjacht
- Slipsteek
- Slobzink (keuken)
- Slochter
- Sloep
- Sloepenrol (zeevaart)
- Sloepgast (zeevaart)
- Sloeptuig (zeilvaart)
- Slof (huishouden)
- Slof (tuinbouw)
- Slof (ziekenverpleging)
- Slof hakken (landbouw)
- Sloof (bouwkunde)
- Sloor (landbouw)
- Slop
- Slotschroef (timmerman)
- Sluif
- Sluiting
- Sluitkool (tuinbouw)
- Sluitletters
- Sluitrede
- Sluitsteen (bouwkunde)
- Smaad (rechten)
- Smak (landbouw)
- Smaldeel (vloot)
- Smaragd
- Smarten (zeilvaart)
- Smeedbaar gietijzer
- Smeedijzer
- Smeerpokken (veeteelt)
- Smeerreep (zeilvaart)
- Smeltingswarmte (natuurkunde)