Een soort ringworm, waarvan er vele soorten voorkomen. De gewone bloedzuiger, welke vroeger in de geneeskunde gebruikt werd, heeft drie halfronde kaken met tandjes bedekt, gelijkend op een cirkelzaag.
De bloedzuiger maakt met die kaken kringvormige bewegingen en schuurt aldus de huid open. Hij trekt dan de kaken terug en zuigt het bloed in de maag. Een verzadigde bloedzuiger weegt drie maal zoo zwaar als een ledige en doet drie maanden over de vertering van het ingezogen bloed. Het wondje bloedt lang na en na genezing blijft er een driehoekig litteeken over, waaraan de beet altijd te herkennen is. Vroeger werd van de bloedonttrekking met bloedzuigers veel gebruik gemaakt, waarom men toen vaak deze dieren kweekte. Thans wordt deze wijze van bloedonttrekking weinig meer toegepast.Op Ceylon leeft een kleine bloedzuiger op boomen; deze laat zich op zijn slachtoffer vallen. Militairen in Indië hadden veel last van bloedzuigers, indien er rivieren moesten doorgetrokken worden.
