Aardappelstroop, bereid door aardappels te koken met verdund zuur, waardoor het zetmeel eerst verandert in zetmeelgom (dextrine) en bij voortgezette inwerking in druivensuiker. Men bindt vervolgens het zuur met krijt of met soda en filtreer de pap over beenderkool.
Men verkrijgt dan een heldere vloeistof, bestaande uit een dunne oplossing van druivensuiker en zetmeelgom, welke wordt ingedampt tot blanke stroop. Van die stroop wordt geen accijns geheven, zooals van gekristalliseerde druivensuiker en men gebruikt die stroop daarom, om goedkoope vruchtengelei te maken. Ook in koek, chocolade, likeur en suikerwerken bezigt men blanke stroop en omdat druivensuiker het uitkristalliseeren van rietsuiker tegengaat, wordt zij ook in fijne bonbons gebruikt. Blanke stroop is minder zoet en minder voedzaam dan stroop van rietsuiker. De prijs is ongeveer 15 ct. de kilo. Er zijn in ons land tien fabrieken, welke aardappelstroop maken.
Veel van die stroop wordt naar Engeland uitgevoerd. Ze is ook in vasten vorm in den handel. In Amerika gebruikt men voor de bereiding van druivensuiker geen aardappels, doch mais, omdat die daar zeer goedkoop is. Hetzelfde geldt voor de spiritusbereiding.
