Gepubliceerd op 18-08-2020

Blaaswormen

betekenis & definitie

Vinnen. Een tusschenvorm in de ontwikkeling van verscheiden soorten van lintwormen.

Uit een lintwormei groeit een blaasworm en uit een blaasworm ontstaat een lintworm. In het darmkanaal van dieren komen tal van soorten van lintwormen voor. Sommige hebben enkele leden, sommige hebben er duizenden. Sommige zijn zeer klein, zooals een lintwormpje bij kippen, dat slechts één millimeter lang is. De grootste lintwormen kunnen wel tien meter lang worden. De lintwormen zijn geleed en in de leden bevinden zich de eieren.

Hoe verder naar het eind van den lintworm, hoe rijper de leden zijn. De rijpe leden laten los en komen met den darminhoud naar buiten. Aldus worden de eieren verspreid. Komt een ei in de maag van een dier, dan ontwikkelt zich uit dat ei een jong, de schaal lost op en het jonge dier boort zich door den darmwand heen en nestelt zich in een of ander orgaan om zich daar als blaasworm te ontwikkelen. Wordt dit orgaan door een ander dier opgegeten, dan ontwikkelt zich uit den blaasworm een nieuwe lintworm.De gewone lintworm van den mensch is afkomstig van een blaasworm, die bij het rund gewoonlijk in de kauwspieren voorkomt. In ons land komt de vinnigheid van rundvleesch zelden voor, ten hoogste bij 1 % der slachtdieren.

Een gevreesde blaasworm bij den mensch is de tusschenvorm van den lintworm van den hond. Deze wormen zijn maar klein, 6 m.M. lang en met slechts 3 of 4 leden. Deze lintworm komt in groot aantal in den darm van honden voor. Komen nu de eieren van dien worm in het darmkanaal van mensch of schaap, dan ontwikkelen zich die eieren en de jongen gaan door den darmwand naar de lever (soms ook naar de hersenen en elders). Zij gaan daar blazen vormen, welke het leverweefsel wegdrukken en geelzucht veroorzaken.

Die blaaswormziekte kwam vroeger in Friesland veel voor, doordat daar veel schapenexportslachterijen waren. Het afval van deze dieren werd door geheel Friesland verkocht en aan de trekhonden gevoerd. Zoo kregen de honden den lintworm en zoo besmetten zij den mensch en gezonde schapen met blaaswormen.

Deze blaasworm veroorzaakt bij het schaap een bekende ziekte, de draaiziekte, aldus genoemd naar de verschijnselen, welke zich bij het dier voordoen als de blaasworm zich in de hersenen ontwikkelt.

In Ijsland zijn zesmaal zooveel honden als menschen en blaaswormen bij den mensch komen daar veel voor.