Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wartenberg

betekenis & definitie

Wartenberg (Johan Kasimir von Kolb, rijksgraaf von), een Pruissisch minister, geboren den 6den Februarij 1643 in de Wetterau, trad als opperstalmeester in dienst van den pfalzgraaf von Simmern, in 1688 in die van keurvorst Frederik III van Brandenburg, wiens toegenegenheid hij in hooge mate verwierf, werd in 1698 opperstalmeester en opperkamerheer, na den val van Danckelmann minister, in 1699 rijksgraaf, in 1700 erfelijk postmeester-generaal en in 1701 maarschalk van Pruissen, kanselier van de Orde van den Zwarten Adelaar en eerste minister. Hij trok een jaargeld van 100000 thaler, verrijkte zich daarenboven door geschenken van gemelden Keurvorst en door verduistering van gelden en bragt door zijn ellendig en verkwistend bestuur, vooral bij de verpachting der domeinen, de financiën in eene schromelijke verwarring, welke hij zelfs door het opleggen van zware belastingen niet kon wegruimen. Hij zelf en zijne handlangers, de opperhofmaarschalk graaf Wittgenstein en de generaal-veldmaarschalk graaf Wartensleben waren om die reden zeer gehaat bij het volk en werden de drie grootste geesels van Pruissen genoemd.

Koning Frederik beschermde hem nog lang met blind vertrouwen, onthief hem bij een afzonderlijk besluit van 25 October 1699 van alle verantwoording en nam zijne vrouw, eene dochter van den wijnkooper Rickers in Emmerik, eene zeer weinig ontwikkelde dame, tot bijzit. Eerst in 1711, toen de klagten over Wartenberg meer en meer algemeen en dringend werden, verleende de Koning hem ontslag met een pensioen van 24000 thaler. Hij overleed te Frankfort aan de Main den 4den Julij 1712 en zijne vrouw, na te Parijs een losbandig leven te hebben geleid, te ’s Gravenhage in 1734.

< >