Variëteit of verscheidenheid noemt men afwijkingen in ondergeschikte kenmerken binnen de grenzen der soort (zie Stelsel). Zij ontstaat bij de voortplanting door de verschillende eigenaardigheden der beide seksen, die door vermenging aanleiding geven tot velerlei afwijkingen, terwijl voorts onderscheidene bijkomende omstandigheden, inzonderheid woonplaats, klimaat en voeding, daarbij haren invloed doen gelden, waarbij de aankweeking of cultuur bovenal eene belangrijke rol vervult. Variëteiten kunnen erfelijk worden en doen alsdan de natuurlijke rassen bij menschen en dieren ontstaan.
Door kunstmatige aankweeking kan men de doornen van prunus spinosa (sleedoorn) in vruchtdragende takken doen overgaan, dubbele bloemen verkrijgen of planten in bladeren, bloemen en vruchten doen afwijken van de oorspronkelijke vormen. Wij kunnen daaruit opmerken, dat de soort geen standvastig karakter heeft, maar vatbaar is voor gestadige wijziging. Zie voorts onder Darwinismus.
