Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Reinaud

betekenis & definitie

Reinaud (Joseph Toussaint), een verdienstelijk beoefenaar der Oostersche letterkunde, geboren den 5den December 1795 , wijdde zich hoofdzakelijk aan de studie van het Arabisch, Perzisch en Turksch, zag zich in 1824 geplaatst bij het Kabinet der Oostersche handschriften in de Koninklijke bibliotheek, werd in 1832 lid van de Académie des inscriptions en aanvaardde in 1838 een hoogleeraarsambt in het Arabisch aan de „Ecole speciale des langues orientales”. Van zijne geschriften vermelden wij: „Monuments Arabes, persans et turcs du cabinet de M. le duc de Blacas (1828, 2 dln)”, — „Etudes des historiens arabes relatifs aux guerres des Croisades (1829)”, — „Roman de Mahomet (1831)”, — „Livre de la loi au Sarrazin (1831, beide laatstgenoemden met Michel)'', — „Invasions des Sarrazins en France”, (1836)”, — „Fragments arabes et persans, relatifs a l’Inde (1845)”, — „Relation des voyages faits par les Arabes et les Persans dans l'lnde et a la Chine dans le XII siècle (1846, 2 dln)”, — en „Histoire de l'artillerie (1845 met Favé)’’. Ook leverde hij uitgaven van de werken van Aboelfeda en Hariri.

In 1854 werd hij conservator der Oostersche handschriften in de Keizerlijke bibliotheek en was er met grooten ijver werkzaam. Tevens leverde hij artikels in de „Nouvelle biographie universelle (1860)” en onderscheidene geschied- en aardrijkskundige verhandelingen. hij overleed den 14den Mei 1867.

< >