Paëz, in leven president der republiek Venezuéla, geboren in 1790 te Arraure in de provincie Varinas en een zoon van Indiaansche ouders, wijdde zich in zijne jeugd aan het herdersbedrijf, trad in 1810 in de gelederen der vrijheidsmannen en onderscheidde zich aan het hoofd van eene door hem verzamelde ruiterbende in den strijd tegen de Spanjaarden. In 1816 kwam hij er met den rang van brigadegeneraal aan het hoofd van het leger en behaalde in de provincie Apure meer dan ééne overwinning. Door den slag van Carabobo (1821) en de inneming van Puërto Caballo (1823) legde hij de grondslagen voor de zelfstandigheid der jeugdige Republiek, welke den naam van Columbia aannam. Daar hij naijverig was op den invloed van Bolivar, plaatste hij zich aan het hoofd der foederatieve partij, rukte in 1829 Venezuela van Columbia los en was in 1830 tot 1838 president der nieuwe Republiek.
In die betrekking beijverde hij zich, om landbouw en nijverheid op te beuren. Van 1839 tot 1842 was hij wederom president, en op het Congres verwierf hij den titel van clarecido ciudadano (beroemde burger). Bij het uitbarsten van den oorlog tusschen de Creolen en de Kleurlingen (1846) zag hij zich tot dictator benoemd, en na het wegruimen van dien twist deed hij Monagas tot president kiezen. Deze echter bejegende hem op eene vijandige wijze, zoodat hij in 1848 de vlugt moest nemen, eerst naar Maracaïbo en vervolgens naar Curaçao, vanwaar hij weldra terugkeerde, om Monagas te doen vallen. Daar hij echter geene genoegzame ondersteuning vond, moest hij zich met 2 zonen aan generaal Sylva overgeven, werd in de gevangenis geworpen en in 1850 verbannen, waarop hij naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika vertrok. In December 1858 werd hij in zijn Vaderland teruggeroepen, — in 1860 en 1861 vertoefde hij als gezant te Washington, en van 1861 tot 1863 was hij weder president met dictatoriaal gezag. Daar hij echter de partijen niet in bedwang kon houden, legde hij zijne betrekking neder en keerde naar de Vereenigde Staten terug. Nadat hij eene reis volbragt had naar Argentina en Peru (1872), overleed hij te New York den 6den Mei 1873.
