Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Maharatten

betekenis & definitie

Maharatten of Mahratten is de naam van een volk, hetwelk tot den stam der Hindoe’s behoort, het middenste gedeelte van Vóór-Indië, het gebergte van Gwalior tot Goa, bewoont, en waarschijnlijk afstamt van verschillende oudere volken, door de Mongolen uit eigenlijk Hindostan verdreven. Zij worden eerst in het midden der 17de eeuw in de geschiedenis vermeld. Toen vereenigde de gelukzoeker Sewadsji (+ 1680) hen tot één Staat, dien hij en zijne opvolgers door veroveringen, vooral op het gebied van den Groot-Mogol, in een magtig rijk herschiepen met eene oppervlakte van 28000 geogr. mijl. De verdorvenheid zijner opvolgers, welke den titel van Ram-Radsja (Opperkoning) voerden en te Sattara regeerden, was oorzaak, dat de Peisjwa (eerste minister) Badsjiro den Ram-Radsja in den kerker wierp en zich meester maakte van het westelijk gedeelte van het land der Maharatten, waarna hij te Poena een zelfstandigen Staat stichtte, terwijl zijn ambtgenoot Ragodsji in het oostelijk gedeelte het rijk der Berar-Maharatten grondvestte.

Badsjiro, die in 1750 overleed, maakte den titel en de waardigheid van Peisjwa erfelijk in zijn geslacht. Zulk eene verdeeling van het rijk der Maharatten kon echter niet geschieden zonder de toestemming der aanzienlijken en stadhouders; doch deze werden te vreden gesteld met vermeerdering hunner magt en belooning. Op die wijze verviel het rijk onwillekeurig in een aantal min of meer onafhankelijke vazallen staten, welke na het uitsterven van het vorstenhuis der Ram-Radsja's (1777) slechts bijeengehouden werden door een regéringsraad van 12 Braminen, die de uitvoerende magt overlieten aan den Peisjwa. In het laatst der 18de eeuw ontstonden onder de Maharattenvorsten langdurige oorlogen, waarin zich ook de Engelsch-Oost-Indische Compagnie mengde met het gevolg, dat bijna alle Maharattenstaten onderworpen werden aan de Britsche heerschappij. Alleen Rao-Scindia handhaafde zijne onafhankelijkheid tot aan zijn dood. Toen echter daarna zijne weduwe een knaap als zoon aannam, die ook door Engeland als toekomstig vorst werd erkend, ontstonden er nieuwe onlusten, waarbij Engeland den 29sten December 1843 de bloedige veldslagen leverde van Maharadsjpoer en Poeniar, — den eerste onder aanvoering van generaal Hugh Gough en den tweede onder die van generaal Grey, — waarna ook Scindia onderworpen en schatpligtig werd aan Engeland.

De Maharatten onderscheiden zich door een krachtigen ligchaamsbouw en door eene min of meer bruine huidkleur; zij zijn Hindoe’s en volgelingen van Brahma en bezitten bij een woest en valsch karakter een oorlogzuchtigen aard. Door hunne onderdrukking hebben zij zeer nadeelig gewerkt op de beschaving der aan hen onderworpen volken.

< >