Kioeprili of Koeprili. Onder dezen naam vermelden wij:
Mehemed Kioeprili, een Turksch grootvizier. Hij werd geboren te Koepri in 1585, klom op tot den rang van opperstalmeester van den grootvizier Kara Moestapha, streed met onderscheiding op Cyprus en tegen de Perzen en verkreeg de betrekking van stadhouder van Damascus, welke hij op eene loffelijke wijze waarnam. Niettemin moest hij haar nederleggen, waarna hij zich in zijne geboorteplaats vestigde, totdat hij als grijsaard van 70 jaren door de moeder van den minderjarigen sultan Mohammed IV tot grootvizier benoemd werd. Nu beteugelde hij de uitspattingen der regtzinnige dweepers, verwijderde onwaardige ambtenaren en liet de aanleggers van vroegere onlusten ter dood brengen. Zonder eenige verschooning zocht hij het heil van den Staat en het belang van zijn gebieder te bevorderen, ja, men zegt, dat hij gedurende zijn 5-jarig bestuur 30000 personen heeft doen sterven. Zelf scheepte hij zich in om tegen de Venetiaansche zeemagt te strijden, herstelde de krijgstucht, bragt de Janitsaren tot onderwerping, veroverde Tenedos, Lemnos en Yanowa in Perzië, dempte een opstand in Azië en Egypte, versterkte door vestingen de grenzen des rijks, stichtte de nieuwe kasteelen aan de Dardanellen, vergaderde aanzienlijke sommen in de schatkist, en overleed te Adrianopel den 31sten October 1661.
Achmed Kioeprili, een zoon van den voorgaande. Hij werd stadhouder te Erzeroem en vervolgens te Damascus, waar hij door zijn uitstekend bestuur de toegenegenheid des volks verwierf. Daarna riep de Sultan hem naar de hoofdstad en benoemde hem tot plaatsvervanger van zijn vader, en na den dood van dezen tot grootvizier. Hij was meer ontwikkeld en schranderder dan zijn vader en heeft gedurende 15 jaren met groote wijsheid geregeerd. In de talrijke door hem gevoerde oorlogen werd hij slechts 2-maal overwonnen, terwijl hij na eene hardnekkige belegering zich meester maakte van Candia. Voorts ondersteunde hij dichters, geschiedschrijvers en regtsgeleerden en stichtte eene openbare boekerij. Hij overleed op eene reis naar het Keizerlijk leger te Adrianopel den 30sten October 1676.
Moestapha Kioeprili, een broeder van den voorgaande. Hij was kaimakan in 1689, toen de omwenteling onder Mohammed IV uitbarstte, en hij verhinderde dezen, zijn broeder — later sultan Solimam — te vermoorden. Uit dankbaarheid benoemde deze laatste hem tot grootvizier. Hij bekleedde dat ambt met getrouwheid en omzigtigheid, regelde de geldzaken des rijks en voerde voorspoedig oorlog in Hongarije. Hij sneuvelde in den slag bij Salankemen tegen de Oostenrijkers onder den prins van Baden op den 19den Augustus 1691.
Amoedsjasade Hoessein Kioeprili, een broederszoon van Mehemed. Deze vormde zich onder dezen en zijne zonen tot staatsman, werd stadhouder van Belgrado, onderscheidde zich in den oorlog en zag zich in 1697 onder Moestapha II benoemd tot grootvizier. Zijne eerste regéringsdaad was het sluiten van den Vrede van Carlovicz. In het algemeen volgde hij eene gematigde staatkunde, verminderde den druk der Christenen, zorgde voor godsdienstig onderwijs en voor de beveiliging der grenzen, en was een begunstiger van dichters en geleerden. Hij overleed den 22sten September 1702.
Nioehman Kioeprili, een zoon van Moestapha. hij was eerst stadhouder van Negroponte en werd in 1710 door Achmed III tot grootvizier benoemd. Daar hij echter oorzaak was van een oorlog met Rusland ter gunste van den Koning van Zweden, zond men hem weder als stadhouder naar Negroponte.