Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Heszhusius

betekenis & definitie

Heszhusius (Tilemann), een strijdlustig Protestantsch godgeleerde, geboren te Wesel den 3den November 1527, bezocht onderscheidene Duitsche hoogescholen, ook die te Wittenberg, en werd in 1552 predikant te Goslar. Weldra echter werd hij wegens de heftigheid, waarmede hij op de invoering der Hervorming aandrong, uit deze stad verbannen , waarna hij een beroep aannam naar Rostock, alwaar hij naauwelijks een jaar bleef. Nadat hij er den burgemeester in den ban gedaan had, keerde hij naar Wittenberg terug, waar hij zich bij Mélanchthon vervoegde, op wiens aanbeveling hij in 1558 tot hoogleeraar in de godgeleerdheid te Heidelberg en tot generaal-superintendent der kerken in de Pfalz benoemd werd. Hier vond hij den diaconus Klebitz, dien hij wegens zijn overhellen tot de leer van Calvijn aantastte, en beider strijd baarde zoo groote opschudding, dat de Keurvorst hem in 1559 afzette.

Heszhusius werd kort daarna superintendent te Bremen, waar hij echter, geen steun vindende voor zijn overmatigen ijver tegen de Calvinisten, zijne betrekking weldra nederlegde, om zich als predikant naar Magdeburg te begeven, waar men hem wegens zijne onruststokerij reeds in 1662 uit de stad verbande. Niet lang daarna werd hij hoogleeraar te Jena, maar ook van deze betrekking moest hij spoedig afstand doen. Hierna werd hij in 1574 voor korten tijd bisschop van Samland, en ging eindelijk als hoogleeraar in de godgeleerdheid naar Helmstedt, waar hij in 1588 overleed. Van zijne geschriften noemen wij: „De servo arbitrio (1562)”, — en „Antidotum contra impium dogma Flacii (1579)”.

< >