Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Diarbekr

betekenis & definitie

Diarbekr, in het Arabisch Amid, in het Turksch Kara-Amid, de van vestingwerken voorziene hoofdstad van een evenzoo genoemd ejaleet in Aziatisch Turkije, ligt 45 geogr. mijl ten noordoosten van Aleppo op eene zeer vruchtbare, door bergen omgevene hoogvlakte, en wèl op eene steile basaltrots aan den regteroever van de Tigris.

De huizen verheffen er zich op terrassen achter elkaar en zijn omsloten door een hoogen basaltmuur, die door 72 torens verdedigd wordt en met een aantal opschriften, alsmede met afbeeldingen van dieren versierd is. Aan het noordelijk uiteinde verheft zich de vesting Itsj-Kaleh op een steil basaltgevaarte boven de rivier. De muur is waarschijnlijk van Romeinschen oorsprong. In de stad heeft men echter, behalve de groote moskée, geen enkel merkwaardig gebouw. Er zijn 9 kerken, 25 moskeeën en vele baden. De bazars bevatten er een voldoenden voorraad van goedkoope levensmiddelen.

De zomer is er zeer warm en de winter zeer koud. Moeraskoortsen, oogontstekingen en Aleppo-blaren behooren er tot de heerschende ziekten. In het midden der voorgaande eeuw was Diarbekr eene der voornaamste steden van Turkije en telde 400000 inwoners, — een aantal, dat thans beneden de 30000 is gedaald. Deze stad is de zetel van eenige Christelijke patriarchen en bisschoppen; ook zijn er Engelsche en Fransche consulaire agenten, daar zij een belangrijken handel drijft en de verzamelplaats is van alle reizigers, die van Constantinopel naar Mosoel en Bagdad trekken. Men vervaardigt er geel en rood marokijn, katoenen en zijden stoffen, koperen vaten enz. Zij is gebouwd op de plaats van het oude Amida, waar in 230 na Chr. eene Romeinsche kolonie werd gesticht, en men vindt haar reeds in 325 als de zetel van een Christelijken bisschop vermeld.

In de 4de eeuw is zij door keizer Constantinus uitgelegd en versterkt en moest vervolgens ruimschoots deelen in de onbestendigheid van al het ondermaansche. In 1515 door sultan Selim I veroverd, bleef zij vervolgens onder de heerschappij der Turken. — Het ejaleet, dat haren naam draagt, bevat het westelijk gedeelte van Turksch Koerdistan, bepaaldelijk het land aan den bovenloop van de Tigris met uitzondering van haar brongebied, alsmede districten van Arménië en noordelijk Mesopotamië, en wordt hoofdzakelijk door Koerden bewoond. Het telde in 1856 in 34 districtenruim 266000 inwoners, waaronder zich bijna 200000 Mohammedanen bevonden.

< >