Een Fransch geoloog, werd geboren te Metz den 25sten Junij 1814, bezocht de Polytechnische school en werd in 1839 hoogleeraar in de aard- en delfstofkunde aan de Académie te Straatsburg.
Hij volbragt eene wetenschappelijke reis door een groot deel van Europa en deelde de uitkomsten zijner nasporingen in onderscheidene tijdschriften mede. Zijn werk over de verspreiding der tinmineralen (1841) bevat eene nieuwe theorie over de vorming der tinhoudende gesteenten. Nieuw was voorts zijne bewering, dat aan de rijzende beweging der kust van Skandinavië eene dalende is voorafgegaan. In 1846 leverde hij een geschrift over de aanwezigheid van goud in de bedding van de Rijn, terwijl eene verhandeling over het ontstaan van ijzerhoudende stoffen in meren en moerassen door Teyler’s genootschap te Haarlem met goud werd bekroond. Later ontwierp hij eene geologische kaart van het departement Bas-Rhin (1852), en het gelukte hem, vele delfstoffen en vervormde gesteenten kunstmatig voort te brengen, waardoor hp talrijke ophelderingen gaf omtrent het ontstaan der aardkorst.