Callao, Callao de Lima of San Felipe del Callao is eene versterkte havenstad in de Zuid- Amerikaansche republiek Peru, ter plaatse waar de Rimac zich uitstort in de Stille Zee, l 1/4 geogr. mijl ten zuidwesten van Lima, waarmede zij door spoorwegen verbonden is. Wegens veelvuldige aardbevingen heeft men er algemeen huizen zonder verdieping, voorts, met uitzondering van eenige straten nabij het strand, geenerlei plaveisel. Er zijn 15- of 20000 inwoners, en zij vormt de stapelplaats van Lima, alsmede eene aanlegplaats voor de stoombooten, die van Californië naar Australië varen.
Grootsche gebouwen zoekt men er te vergeefs, al mag men ook den nieuwen havendam en het reusachtige tolhuis met 31 magazijnen merkwaardig noemen. Ten zuiden van Callao verheffen zich de puinhoopen der oude stad, die den 28den October 1746 door eene aardbeving en door de opgestuwde zee met hare 4000 inwoners verslonden werd. Uit de haven, in de Baai van Callao gelegen, is in 1855 voor eene waarde van omstreeks 40 millioen gulden aan guano uitgevoerd, alsmede eene groote hoeveelheid katoen en edel metaal.
Deze stad was het laatste bolwerk der Spanjaarden in Peru en viel In 1826, nadat zij 2 jaar lang door den kloekmoedigen generaal Rodil verdedigd was, in de handen der Peruanen. De bezetting was tot op 1/3de geslonken, en van meer dan 2000 Spanjaarden der aanzienlijkste geslachten, die onder de bescherming van Rodil in de vesting vertoefden, beleefden slechts 200 de overgave. Het spreekt van zelf, dat Callao bij de volksbewegingen die er gedurig het land ontrusten, eene belangrijke rol vervult.