Een Noord-Amerikaansch generaal, diende aanvankelijk in Griekenland en was vervolgens wijnkooper te Worms, waar hij bankroet ging. Na de Februarij-woelingen van 1848 werd hij overste van de burgerwacht te Worms en nam in 1849 deel aan de omwenteling in de Pfalz (Baden), waar zijne vrouw hem vergezelde.
Als aanvoerder der Vrijscharen maakte hij zich meester van Ludwigshafen, bezette Worms, maar verliet deze stad weder en deed een vruchte- loozen aanval op Landau. Hij begaf zich ten tweeden male naar Worms, streed tegen de Pruissen bij Bobenheim en stond aan het hoofd van den landstorm om Karlsruhe te dekken en de troepen van Mieroslawski te ondersteunen. Gedurende de gevechten aan de Murg verdedigde hij met eene geringe magt de belangrijke stelling van Gemsbach en trok vervolgens naar Sinzheim terug. Hij zag zich voorts genoodzaakt om naar Zwitserland de wijk te nemen, en begaf zieh in 1849 met zijne vrouw naar Noord-Amerika. Bij het uitbarsten van den burgeroorlog aldaar nam hij dienst bij de Geünieerden, en onderscheidde zich in den slag bij Bulls-run, daar hij den zegevierenden vijand tegenhield en het Bondsleger voor vernietiging bewaarde. Benoemd tot generaal, werd hij in 1862 met zijne divisie ingedeeld bij het leger van Fremont in West-Virginia.
Hij onderscheidde zich door dapperheid en beradenheid, maar werd nog in laatstgenoemd jaar van pligtverzuim in de administratie beschuldigd en van zijne betrekking ontheven. Hij wijdde daarna zijne krachten aan den landbouw, en overleed op den 31sten October 1863. De omstandigheid, dat hij geen vermogen naliet, strekt ten bewijze, dat de onregelmatigheden in zijn bestuur niet zijn voortgesproten uit zelfzucht.