zatheid - Zelfstandignaamwoord
1. algehele dronkenschap
♢ Zijn zatheid was stuitend.
2. overmatigheid in voedsel
♢ De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen.
Woordherkomst
afgeleid van zat met het achtervoegsel -heid
Synoniemen
beschonkenheid, dronkenschap, roes
Gepubliceerd op 31-10-2017
zatheid
betekenis & definitie