Gepubliceerd op 31-10-2017

zatheid

betekenis & definitie

zatheid - Zelfstandignaamwoord
1. algehele dronkenschap
Zijn zatheid was stuitend.
2. overmatigheid in voedsel
De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen.

Woordherkomst
afgeleid van zat met het achtervoegsel -heid

Synoniemen
beschonkenheid, dronkenschap, roes