wieg - Zelfstandignaamwoord
1. (meubel) een bedje voor een pasgeboren zuigeling, vaak met een hemel van fijn gaas en soms met de mogelijkheid het kind zachtjes heen en weer te bewegen
wieg - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wiegen
♢ Ik wieg
2. gebiedende wijs van wiegen
♢ wieg!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wiegen
♢ wieg je?
Gepubliceerd op 31-10-2017
wieg
betekenis & definitie