Gepubliceerd op 31-10-2017

vlakte

betekenis & definitie

vlakte - Zelfstandignaamwoord
1. gebied met weinig of geen hoogteverschillen
Bij Denver eindigt de vlakte en begint het Rotsgebergte.

vlakte - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van vlakken
♢Ik vlakte
♢Jij vlakte
♢Hij, zij, het vlakte

Woordherkomst
Afgeleid van vlak met het achtervoegsel -te.

Uitdrukkingen en gezegden
♦ zich op de vlakte houden
mening niet geven, onpartijdig blijven
♦ tegen de vlakte gaan
(om gebouwen): instorten, neergaan<br />(om mensen): flauwvallen
♦ iemand tegen de vlakte slaan
iemand neerslaan