Gepubliceerd op 01-11-2017

uitkomen

betekenis & definitie

uitkomen - Werkwoord
1. ergatief naar buiten komen
De doelman was zijn doel uitgekomen.
2. ergatief in druk verschijnen (bijvoorbeeld van tijdschriften)
Het tweede deel is net ook uitgekomen.
3. ergatief tevoorschijn komen, uitlopen (bijvoorbeeld van knoppen van planten)
De narcissen staan te bloeien, maar de tulpen moeten nog uitkomen.
4. ergatief (bij eieren) opengaan, opengebroken worden door het jong
Over het algemeen is het zo dat de eieren van regenboogvissen niet uitkomen in daglicht.
5. het bekend worden van (slechte) dingen
6. iets als resultaat hebben
7. rondkomen
8. ergatief gelegen komen
Komt het je nou wel uit.

Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en komen(werkwoord)

Synoniemen
[2] uitgeven
[3] uitlopen, uitbotten
[8] schikken

Verwante begrippen
komen