Gepubliceerd op 01-11-2017

treffend

betekenis & definitie

treffend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vantreffen

treffend - Bijvoeglijk naamwoord
1. precies het doel rakend
Er was een treffende gelijkenis tussen de drie zusjes je kon de foto's en de onderschriften veranderen zonder dat iemand het merkte.
2. het doel krachtig rakend
In deze bloemlezing staan 60 treffend verhalen over zieke kinderen.

Synoniemen
aandoenlijk, roerend