Gepubliceerd op 04-12-2017

onroerend goed

betekenis & definitie

onroerend goed - Zelfstandignaamwoord
1. vastgoed, de grond en de gebouwen (opstal) op deze grond, zaken die niet eenvoudig verplaatst kunnen worden.
Het onroerend goed werd tegen te hoge prijzen verkocht.

Woordherkomst
Samenstelling van onroerend en goed

Synoniemen
onroerende zaak

Antoniemen
roerend goed