Gepubliceerd op 04-12-2017

normaliteit

betekenis & definitie

normaliteit - Zelfstandignaamwoord
1. het normaal zijn
2. (verouderd) (scheikunde) de equivalentie (neq) gedeeld door het volume:

Woordherkomst
afgeleid van normaal met het achtervoegsel -iteit
afgeleid van het Franse normalité (met het achtervoegsel -iteit)