Gepubliceerd op 04-12-2017

minvermogend

betekenis & definitie

minvermogend - Bijvoeglijk naamwoord
1. heel weinig geld te besteden hebben
Enschede meent een wapen te hebben gevonden om minvermogende stadsgenoten uit de schulden te houden/helpen. Het heet Wonen+. In een proef die in september begint neemt de Stadsbank de financiële regie over in dertig huishoudens in Pathmos.

Woordherkomst
samenstelling van min(bijwoord) en vermogend(bijvoeglijk naamwoord)

Synoniemen
arm, armelijk, behoeftig, noodlijdend, onbemiddeld, haveloos

Antoniemen
vermogend, rijk, bemiddeld

Verwante begrippen
onvermogend