minvermogend
...
Marc De Coster (2020-2024)
(1920) (euf.) arm. Zie ook: nulste* wereld. • Om een arme te sparen noemt men hem minvermogend. Ook van een tekort aan verstand wordt men ongaarne beschuldigd: vandaar allerlei eufemismen voor domheid en bekrompenheid. Geheel versleten zijn de oorspronkelike eufemismen idioot en simpel, waarvoor men nu zwakzinnig zegt. (De Nieuwe Taalgids. Jaa...
Wiktionary (2019)
minvermogend - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel weinig geld te besteden hebben ♢ Enschede meent een wapen te hebben gevonden om minvermogende stadsgenoten uit de schulden te houden/helpen. Het heet Wonen+. In een proef die in september begint neemt de Stadsbank de financiële regie over in dertig huishoude...
Marc de Coster (2004)
Sedert de negentiende eeuw een eufemisme voor arm. Het subsidiereglement thuiszorg voor bejaarden (Gr. 2.5 november 1:997) omschrijft ‘minvermogend’ als volgt: ‘De hulpbehoevende bejaarde moet genieten van de voorkeurregeling mutualiteit (WIGW) met andere woorden aanspraak kunnen maken op de verhoogde tussenkomst van het ziekenfonds. De minvermogen...
Jozef Verschueren (1930)
(minvər'mo:gsnt) bn. zeer weinig vermogend, bezittend : -e leerlingen. Syn. → arm (Il 11). minvermogende m. en v. (-n).
J.H. van Dale (1898)
Minvermogend bn. weinig bezittend, weinig kunnende betalen, tot de lagere burgerklasse behoorende; — als z.n. minvermogende: eene school voor minvermogenden; vrijstelling van betaling voor on- en minvermogenden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: