Gepubliceerd op 04-12-2017

lood

betekenis & definitie

lood - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde), (element) een scheikundig element met symbool Pb en atoomnummer 82, het is een donkergrijs hoofdgroepmetaal
2. verkorting voor dieplood, peillood, duiklood enz
3. (eenheid), (verouderd) een oude gewichtsmaat ter grootte van 1/32 van een traditioneel pond: 15 gram, na invoering metriek stelsel ook gebruikt voor 10 gram

lood - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loden
♢ Ik lood
2. gebiedende wijs van loden
lood!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loden
lood je?

Woordherkomst
Uit Westgermaans *loudhom, mogelijk verwant aan Proto-Indo-Europees base *plou(d)- vloeien, maar afkomst niet zeker. Verwant aan Angelsaksich lēad, Eng. lead, Duit Lot (schietlood) Zweeds, Deens lod.

Verwante begrippen
Woodsmetaal, babbittmetaal, soldeertin, [3]