Gepubliceerd op 04-12-2017

kleppeloos

betekenis & definitie

kleppeloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. geen kleppen hebbend
Hij ontwikkelde een motor die kleppeloos was.
Panhard Levassor Auto, kleppeloos, 6 pers. Limousine démontable met aparte zomerkap, zeer mooie deftige wagen.

Woordherkomst
afleiding van klep met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-

Synoniemen
kleploos