Gepubliceerd op 04-12-2017

inteder

betekenis & definitie

inteder - Bijvoeglijk naamwoord
1. heel liefdevol
(...) aan de huid gelegd van gods
boezem - inteder betast -


Woordherkomst
afleiding van teder (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)

Verwante begrippen
in- en inteder