Gepubliceerd op 04-12-2017

houw

betekenis & definitie

houw - Zelfstandignaamwoord
1. een slag met een scherp voorwerp
Met krachtige houwen voltooide de kunstenaar zijn beeldhouwwerk.
2. harde klap

houw - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houwen
♢ Ik houw
2. gebiedende wijs van houwen
houw!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houwen
houw je?

Synoniemen
[1] hak, kap
[2] aai, baffer, dreun, hengst, klap, knal, lel, mep, opdoffer, opdonder, opduvel, oplawaai, oplazer, opsodemieter, opstopper, optater, peut, poeier, ram, slag, stomp, watjekouw

Verwante begrippen
houwen