haast - Zelfstandignaamwoord
1. de drang hebben om iets snel te doen
♢ Ik heb haast.
♢ Haast is wel geboden.
haast - Bijwoord
1. bijna
♢ Dingen die lekker lang duren, lijken haast niet meer te mogen.
♢ Hij wist haast geen woord uit te brengen.
haast - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van haasten
2. gebiedenwijs van haasten
Synoniemen
bijkans, bijna, nagenoeg, schier
Verwante begrippen
spoed
Gepubliceerd op 04-12-2017
haast
betekenis & definitie