Gepubliceerd op 14-11-2017

gebaren

betekenis & definitie

gebaren - Werkwoord
1. (ov) communiceren door het maken van gebaren
Hij gebaarde mij dichterbij te komen.
Verongelijkt gebaarde de speler naar de scheidsrechter.

gebaren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gebaar

Woordherkomst
Afgeleid van het verouderde werkwoord baren of beren (zich gedragen, vertonen) met het voorvoegsel ge-